ECLI:NL:RBAMS:2018:3088
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake handhaving last onder dwangsom voor horecabedrijf in Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Beymen Club B.V. en het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie stadsdeel Nieuw-West. De gemeente had aan Beymen een last onder dwangsom opgelegd, waarbij het horecabedrijf de deuren moest sluiten vanwege strijdig gebruik van een pand aan de Burgemeester de Vlugtlaan te Amsterdam. Beymen had eerder een omgevingsvergunning gekregen, maar deze was door het stadsdeel ingetrokken na bezwaar van een derde partij, [betrokkene]. Beymen verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat de last onder dwangsom geschorst zou worden tot er op het bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter overwoog dat het stadsdeel bevoegd was om handhavend op te treden, omdat Beymen op het moment van de last geen geldige omgevingsvergunning had. De rechter weegt de belangen van Beymen en het stadsdeel af en concludeert dat het algemeen belang van handhaving zwaarder weegt. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bestreden besluit hoogstwaarschijnlijk stand zal houden in een eventuele beroepsprocedure. De rechter merkt op dat de begunstigingstermijn van twee weken voor Beymen niet onredelijk is, aangezien zij op de hoogte was van de noodzaak om maatregelen te treffen na de intrekking van de vergunning. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.