Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie
Wanneer de officier van justitie in onderhavige situatie niet gevolgd wordt in haar eis het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren, moet de zaak opnieuw op een zitting worden gepland voor een inhoudelijke behandeling. Gelet op de ten laste gelegde feiten, het feit dat verdachte bij eerder genoemd vonnis (voor soortgelijke feiten) reeds is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar en zes maanden, waardoor artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bij een veroordeling van toepassing zou zijn, als ook het forse tijdsverloop, zou een dergelijke inhoudelijke behandeling – mits het tot een bewezenverklaring komt – enkel kunnen resulteren in een vonnis waarbij geen straf of maatregel wordt opgelegd op basis van artikel 9a Sr.
4.Beslissing
mr. R.H.G. Odink, voorzitter,
mrs. E.G. Fels en A.C.J. Klaver, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 april 2018.