Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 juli 2017 en de daarin genoemde stukken;
- de akte na tussenvonnis van Spinnin Records van 6 september 2017, met producties;
- de akte na tussenvonnis van [gedaagde] van 6 september 2017, met producties;
- de antwoordakte van Spinnin Records van 4 oktober 2017; en,
- de antwoordakte van [gedaagde] van 4 oktober 2017.
2.De verdere beoordeling
De vraag doet zich vervolgens voor of de Instrumental Mix als een op zichzelf staand product kan/moet worden beschouwd die onder de overeenkomst valt, of dat de Instrumental Mix onderdeel van het geheel van de vijf versies van ICBTO vormt en dat dit geheel als één product in de zin van de overeenkomst moet worden beschouwd.” In het eerste geval zou uitsluitend de Instrumental Mix onder de producersovereenkomst vallen en in het tweede geval zou dat voor alle vijf versies van ICBTO gelden. Partijen is daarom in 4.9. van het tussenvonnis gevraagd in te gaan op de gevolgen voor de mogelijke schadeplichtigheid in beide gevallen.
Artikel 2 – Rechten
het volledige eigendomsrecht en het exclusieve recht om van de geluidsband en de opname(n) daarop reprodukties te vervaardigen”verkregen. Anders dan Spinnin Records stelt, zou zij op grond van deze bepaling niet de auteursrechten op de Instrumental Mix verkrijgen. In deze bepaling en elders in deze overeenkomst wordt immers niets opgemerkt over de overdracht van auteursrechten. Deze productieovereenkomst zou dan niet aangemerkt kunnen worden als een akte bestemd voor een geldige overdracht van de auteursrechten. Ook uit andere stukken kan niet worden afgeleid dat partijen een overdracht van het auteursrecht hebben beoogd dan wel dat één van de partijen dat zo had mogen begrijpen.