Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[naam eiser sub 1] ,
[naam eiser sub 2],
[naam gedaagde sub 3],
[naam gedaagde sub 4],
[naam gedaagde sub 5],
[naam gedaagde sub 6],
[naam gedaagde sub 7],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 oktober 2017, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2018 en de daarin genoemde stukken, waaronder de akte inhoudende verzoek om bevel ex artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van deze zijde van Arkin c.s.;
- de brief van 7 maart 2018 van de zijde van Arkin c.s. in reactie op het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
aan de buitenkant van het hekjeop het dakterras was aangetroffen, terwijl zij daarvan wel op de hoogte waren. Deze informatie was echter voor [naam gedaagde sub 4] (en later [naam gedaagde sub 6] ) relevant om te kunnen bepalen hoe vergevorderd de poging was en aldus om een juiste risico-inschatting te kunnen maken.