Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2018 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, ging het om een beroep tegen een WOZ-beschikking die was opgelegd door de Directeur Belastingen van de gemeente Amsterdam. De eiser, wonende in [woonplaats], had op 29 februari 2016 een gecombineerde aanslag ontvangen voor de onroerende zaak gelegen aan [adres] in [woonplaats]. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 8 februari 2017, heeft de eiser beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 8 februari 2018 was de eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig, terwijl de verweerder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, wel aanwezig was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat op basis van artikel 8:7 van de Algemene wet bestuursrecht de rechtbank bevoegd is binnen het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft. De verweerder heeft tijdens de zitting aangegeven dat de rechtbank het beroep moet doorzenden aan de rechtbank Noord-Holland. Dit standpunt werd ook door de eiser in een brief van 8 februari 2018 ondersteund.
De rechtbank concludeert dat de bestreden uitspraak, die door de Directeur Belastingen van de gemeente Amsterdam is ondertekend, niet het bestuursorgaan vermeldt dat de uitspraak heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente [woonplaats] bevoegd is, en dat de rechtbank Amsterdam daarom niet bevoegd is om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank verklaart zich onbevoegd en zendt het beroep door naar de rechtbank Noord-Holland. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 maart 2018 door mr. F.L. Bolkestein, in aanwezigheid van griffier mr. E. van der Zweep.