Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Beschuldiging
3.Voorvragen
4.Bewijs
- Ik doe aangifte van zakkenrollerij.
- Ik was op 10 september 2017 omstreeks 3:30 uur in club [club] op de [adres] te Amsterdam.
- Ik checkte mijn tas en zag dat mijn telefoon er nog in zat.
- Tien a vijftien minuten later checkte ik mijn tas opnieuw. Ik kwam er achter dat mijn telefoon weg was. Het betrof een iPhone 6.
- Buiten sprak ik de portier en de politie. De portier vertelde mij dat er een
- De politie vroeg mij aangifte te doen. Ik kreeg mijn telefoon hierop terug.
- Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
- Ik heb gesproken met de beveiliging. Hij heeft die jongen gepakt.
- Ik heb met de politie gesproken nadat die jongen was aangehouden.
- Ik heb gezegd, dat hij die gestolen telefoon afgepakt had. Die hebben zij toen weer aan de eigenaar gegeven.
- De tas hing aan de schouder van die vrouw, op heuphoogte. Die jongen deed zijn
- Ik stond met een collega aan de deur. Wij werden aangesproken door een jongen. Hij vertelde dat hij had gezien dat een persoon doelbewust de drukte opzoekt en tegen dames aanloopt en dat er binnen een dame was die haar telefoon kwijt was.
- Ik besloot die persoon erop aan te spreken en ging naar binnen.
- Ik sprak hem aan en zei dat ik hem even wilde spreken. Hij liet toen direct
- Toen kwam het meisje eraan van wie de telefoon was en zij wilde hem terug hebben. Zij herkende haar telefoon. Ik heb haar de telefoon niet teruggegeven, maar aan de politie overhandigd.
- De persoon wilde wegrennen, maar ik heb hem tegen gehouden, waarbij wij beiden ten val zijn gekomen.
- Uiteindelijk heb ik hem aan de politie overgedragen.
- Op 10 september 2017 omstreeks 03:28 uur bevonden wij ons op en om het Leidseplein te Amsterdam.
- Wij liepen in de Lange Leidse Dwarsstraat waar wij gewenkt werden door een beveiliger van Café [club] , gelegen op de [adres] te Amsterdam.
- Wij zagen dat de beveiliger een man vast hield.
- Ik, verbalisant [opsporingsambtenaar 5] , vroeg aan de beveiliger wat er aan de hand was. Hij vertelde mij dat de man die hij vast had zojuist een diefstal had gepleegd.
- Tevens werd ik aangesproken door een politie collega welke een telefoon in zijn hand had. Hij vertelde mij dat deze telefoon zojuist door de man, die de beveiliger vast had, was weggenomen en de eigenaar onderweg naar buiten was.
- Op dat moment hebben wij, verbalisanten, de man aangehouden. De man bleek later te zijn genaamd: [verdachte] geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] in Irak.
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling (18/150247-15)
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.