Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Law Court in Świdnica(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Law Court of Wałbrzychvan 20 september 2013, met kenmerk II K 334/12, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 2 jaar, die volgens het EAB nog volledig moet worden uitgezeten;
the District Law Court of Wałbrzychvan 10 december 2014, met kenmerk II K 709/2014, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 1 jaar en 4 maanden, waarvan volgens het EAB nog 1 jaar, 3 maanden en 28 dagen resteren;
the District Law Court of Wałbrzychvan 5 november 2015, met kenmerk II K 829/14, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 1 jaar en 6 maanden, die volgens het EAB nog volledig moet worden uitgezeten;
the District Law Court of Wałbrzychvan 13 oktober 2015, met kenmerk II K 607/2015, waarbij een gevangenisstraf is opgelegd van 10 maanden, waarvan volgens het EAB nog 9 maanden en 29 dagen resteren.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the District Law Court of Wałbrzychvan 10 december 2014 (II K 709/2014), een procedure in hoger beroep heeft plaatsgevonden. Uit aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 12 maart 2018 volgt dat
the Circuit Law Court of Świdnicain hoger beroep op 26 mei 2015
made a final ruling on the guilt of [opgeëiste persoon] and found that the penalty of imprisonment for a year and four months imposed on him was an adequate one for the offences he had committed.
5.Strafbaarheid
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Law Court in Świdnicaten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraffen, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.