Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Gegevens eigenaar:
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. E.C.Y. Cheung, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. N.H. Steenkuijl-Van Maanen. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 5.917,80 van gedaagde, die als bewaarnemer optrad voor de stalling van zijn boot. Eiser stelde dat gedaagde tekortgeschoten was in haar zorgplicht door onvoldoende beveiligingsmaatregelen te treffen, wat leidde tot diefstal van de motor van zijn boot. Gedaagde verweerde zich door te stellen dat zij niet aansprakelijk was, omdat de overeenkomst bepaalde dat eiser zelf verantwoordelijk was voor de verzekering van het object. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde aan haar zorgplicht had voldaan en dat de aansprakelijkheid niet aan haar kon worden toegerekend. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.