ECLI:NL:RBAMS:2018:1593

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 maart 2018
Publicatiedatum
20 maart 2018
Zaaknummer
AMS 17/1315 V
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijkend wettelijk kader bij niet tijdig beslissen over bezwaarschrift parkeerbelasting

In deze zaak heeft [opposant] beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam op zijn bezwaarschrift van 8 juli 2016. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op 16 januari 2018 het beroep gegrond verklaard, waarna [opposant] en de heffingsambtenaar verzet hebben ingesteld tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan, wat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mogelijk is als er geen twijfel bestaat over het eindoordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist, maar in het verzet is de vraag of het beroep van [opposant] terecht ontvankelijk is verklaard aan de orde.

De rechtbank heeft in de verzetzaak geoordeeld dat het beroep van [opposant] ten onrechte als ontvankelijk is aangemerkt, omdat de heffingsambtenaar betwistte dat [opposant] als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak van 16 januari 2018 niet kan blijven staan, omdat het verkeerde wettelijke kader is toegepast. De rechtbank heeft het verzet van de heffingsambtenaar gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de bodemzaak wordt hervat. Het verzoek van [opposant] om vergoeding van proceskosten is afgewezen, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 17/1315 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van

1. [opposant]te [woonplaats] , opposant (hierna te noemen: [opposant] ),
(gemachtigde: mr. J.M.C. Niederer).
2. de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdamopposant 2 (hierna te noemen: de heffingsambtenaar).

Procesverloop

[opposant] heeft beroep ingesteld tegen het niet op tijd nemen van een besluit door de heffingsambtenaar op het bezwaarschrift van 8 juli 2016.
In de uitspraak van 16 januari 2018 heeft de rechtbank dat beroep gegrond verklaard.
[opposant] heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld. De heffingsambtenaar heeft ook verzet ingesteld.
[opposant] en de heffingsambtenaar hebben niet gevraagd om op een zitting te worden gehoord.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. De wet, dat is in dit geval de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geeft de rechter de mogelijkheid om zonder zitting uitspraak te doen. Een voorwaarde is dat er niet getwijfeld kan worden aan het eindoordeel. De rechtbank heeft het beroep kennelijk gegrond verklaard. De reden hiervoor is dat de heffingsambtenaar niet op tijd op het bezwaarschrift heeft beslist.
(artikel 8:54 van de Awb)
2. Als iemand tegen zo'n buiten-zittinguitspraak verzet instelt, moet de rechtbank beoordelen of zij in de beroepszaak terecht heeft geoordeeld dat het eindoordeel buiten redelijke twijfel stond. Het gaat er in deze verzetzaak dus om of buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank in deze zaak niet toe.
Standpunten
3. [opposant] heeft in zijn verzetschrift geschreven dat in de uitspraak van 16 januari 2018 is verzuimd om de hoogte van de dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb te vast te stellen. [opposant] vraagt de rechtbank de hoogte van deze dwangsom alsnog vast te stellen op € 1.260,00.
4. De heffingsambtenaar heeft in zijn verzetschrift geschreven dat het beroep van [opposant] ten onrechte ontvankelijk is verklaard. De naheffingsaanslag parkeerbelasting van 10 juni 2016 met nummer [nummer] is opgelegd aan de [naam] . Het beroep is ingesteld namens [opposant] . [opposant] kan niet zonder meer als eisende partij of als belanghebbende worden aangemerkt, aldus de heffingsambtenaar.
De heffingsambtenaar heeft verder onder meer geschreven dat het wettelijk kader in de uitspraak van 16 januari 2018, artikel 7:10 van de Awb, niet juist is. Het toepasselijke wettelijk kader is artikel 236, tweede lid, van de Gemeentewet. De heffingsambtenaar betwist dat de rechtbank hem heeft bericht over het beroep van [opposant] .
Beoordeling
5.1
De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift is ingediend namens [opposant] . In de meegestuurde machtiging wordt mr. Niederer gemachtigd om namens [naam] beroep in te stellen. De machtiging is ondertekend door [opposant] . Het beroep moet dan ook worden geacht te zijn ingesteld door [naam] .
5.2
Dat betekent dat [opposant] in de uitspraak van 16 januari 2018 ten onrechte als partij is aangemerkt. Deze fout maakt echter niet dat de uitspraak van 16 januari 2018 om die reden geen stand kan houden.
6.1
De verzetsrechter van de rechtbank is met de heffingsambtenaar van oordeel dat in de uitspraak van 16 januari 2018 het verkeerde wettelijke kader is gebruikt.
6.2
De bestuursrechter van de rechtbank heeft in de uitspraak van 16 januari 2018 ten onrechte geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond was. Dat stond namelijk niet buiten redelijke twijfel. Het verzet is gegrond. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan.
6.3
De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van het verzet van [opposant] . Het verzoek van [opposant] om vergoeding van de proceskosten wordt afgewezen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 21 maart 2018 door mr. R. Hirzalla, rechter, in aanwezigheid van M.P. Osinga-Sanders, de griffier,
en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen in de bodemzaak op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De behandeling van het beroep wordt voortgezet.
Coll: M.P.O.
D: C