Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal aan verdachte een taakstraf van 60 uren opleggen waarvan 30 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Zij zal daaraan de bijzondere voorwaarden koppelen zoals die zijn genoemd in het advies van Reclassering Nederland van 19 juni 2017, te weten een meldplicht, een behandelverplichting en de verplichting om zich te houden aan alle afspraken in het kader van het schuldhulpverleningstraject. De rechtbank zal deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren. Dit betekent dat deze voorwaarden direct werking hebben. Zij zal daarnaast een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 3 dagen met aftrek van het voorarrest.
De rechtbank zal uitleggen waarom zij tot deze straf komt.
Ernst van de feitenVerdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de mishandeling van zijn ex-schoonmoeder en zijn ex-schoonzusje dat nota bene pas zestien jaar oud is. Dit zijn twee kwalijke feiten. Verdachte heeft hen in hun huiselijke omgeving letsel toegebracht en schrik aangejaagd. Uit de vorderingen die zij als benadeelde partij hebben ingesteld, blijkt dat zij tot de dag van vandaag nog last hebben van hetgeen op 22 april 2017 heeft plaatsgevonden.
RecidiveUit het strafblad van verdachte (uitdraai van 22 december 2017) blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten. Zo is hij in juni 2017 veroordeeld voor mishandeling van zijn ex-schoonvader. Er zijn dus eerder (gewelddadige) conflicten met deze familie geweest.
Persoonlijke omstandighedenUit het rapport van Reclassering Nederland van 19 juni 2017, opgemaakt door J.M. van Hagen, blijkt onder meer dat verdachte ervan overtuigd is dat hij juist heeft gehandeld en dat hij in zijn recht stond. Hij erkent het gebruik van geweld, maar bagatelliseert zijn aandeel en praat dit gedrag goed. De verantwoordelijkheid wordt volledig bij zijn ex-schoonfamilie gelegd. Deze houding is een risicofactor voor herhaling van grensoverschrijdende conflicten met zijn ex-schoonfamilie waarbij de driejarige zoon van verdachte de dupe wordt. Tijdens het gesprek met de reclassering heeft verdachte zich niet-ontvankelijk opgesteld voor suggesties hoe hij anders zou kunnen handelen tijdens een conflict met zijn ex-schoonfamilie. De reclassering adviseert daarom een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een behandelverplichting bij De Waag en het houden aan alle afspraken die in het schuldhulpverleningstraject worden gemaakt. Zij adviseert ook om de reclassering opdracht te geven toezicht te houden op de bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
De strafDe rechtbank is van oordeel dat voor de mishandeling van twee personen, waaronder een meisje van zestien jaar oud, een taakstraf voor de duur van 60 uren passend is. Zij zal daarnaast een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest opleggen, te weten 3 dagen, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr.
Uit het rapport van Reclassering Nederland leidt de rechtbank af dat de reclassering zich zorgen maakt over mogelijke nieuwe conflicten met de ex-schoonfamilie van verdachte. Dit komt mede doordat verdachte kennelijk geen verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen is gebeurd. Nu verdachte samen met zijn ex een zoontje heeft, is het onvermijdelijk dat verdachte in contact blijft komen met zijn ex-schoonfamilie. Om nieuwe conflicten te voorkomen, vindt de rechtbank het wenselijk dat verdachte een zogeheten ‘stok achter de deur’ heeft, zodat hij bij een eventueel volgend conflict beter nadenkt over zijn eigen handelen. Zij zal daarom een deel van de taakstraf, te weten 30 uren, voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte hulp moet krijgen om het recidiverisico te verminderen en zijn leven op orde te krijgen. Zij zal daarom de bijzondere voorwaarden zoals omschreven in het rapport van Reclassering Nederland opleggen en de reclassering opdracht geven tot het houden van toezicht op de naleving van deze voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Omdat er, gelet op het bovenstaande, rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf begaat, beveelt de rechtbank dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.