Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 februari 2017, met de daarin vermelde gedingstukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 24 augustus 2017.
2.De feiten
Mij is bekend geworden dat door het opeisen van de borgstelling van Rabobank Rotterdam aan mij als privé persoon, de bank haar krediet heeft opgezegd en mijn inzien hierdoor de continuïteit van uw onderneming in gevaar komt en is conform het bepaalde van de overeenkomst opeisbaar. (…)”.
OVERWEGENDE DAT:
ten behoeve van[ Zirwe ]
garant staat en hoofdelijk aansprakelijk is voor een bedrag ad € 513.000,- (…), hierna te noemen: de “Geldleningen”;
wenst over te dragen alle activa van[ Zirwe ]
aan [partij 2] dan wel [naam B.V.] onder de voorwaarde dat de Geldleningen van[ [partij 1] ]
met diverse banken worden overgenomen door [partij 2] en/of [naam B.V.] of een ander aan [partij 2] gelieerde onderneming, waarbij[ [partij 1] ]
van de zijde van de bank niet meer verantwoordelijk gehouden kan worden voor de Geldleningen bij wanbetaling van de zijde van [partij 2] , [naam B.V.] en/of en ander aan [partij 2] gelieerde onderneming.
niet langer aangesproken zal kunnen worden door de banken.
voor het volledige bedrag dienen te compenseren. (…)
verschuldigd een bedrag van EUR 50.000,-. Dit bedrag is het resultaat van de privé inleg van[ [partij 1] ]
verrekend met de huurachterstand. [partij 2] zal dit geldbedrag uiterlijk op 31 juli 2014 voldoen aan[ [partij 1] ].
er heeft geen overdracht plaatsgevonden van de exploitatie van het hotel.(…) Ik heb niets overgedragen. (…) Ik heb alles achtergelaten.(…) Hij heeft mij er niets voor betaald.(…) De waarde van de spullen was €7.500.”
Er heeft geen overdracht van de exploitatie van het hotel plaatsgevonden. (…)”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
- explootkosten € 97,77
- griffierecht € 79,00
- salaris advocaat