ECLI:NL:RBAMS:2018:1244
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over naheffingsaanslag parkeerbelasting en de geldigheid van een parkeervergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 februari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiser, een man uit Amsterdam, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiser had op 20 juli 2017 zijn voertuig geparkeerd op een locatie waar parkeerbelasting verschuldigd was. De heffingsambtenaar legde op 22 juli 2017 een naheffingsaanslag parkeerbelasting op, welke door eiser werd betwist. Eiser stelde dat er voor zijn kenteken van 1 maart 2017 tot en met 31 augustus 2017 een parkeervergunning gold, en dat hij erop mocht vertrouwen dat hij geen parkeergeld hoefde te betalen. Ter onderbouwing overhandigde hij een printscreen van de website van de Parkeerdiensten van de Gemeente Amsterdam, gemaakt op 4 augustus 2017.
De rechtbank oordeelde dat de screenprint niet bewijsbaar was voor de geldigheid van de parkeervergunning op de datum van het parkeren, aangezien deze pas na de datum van de naheffingsaanslag was gemaakt. De rechtbank stelde vast dat er op 20 juli 2017 geen parkeervergunning voor het betreffende kenteken was geregistreerd. Eiser had geen recht op vrijstelling van parkeerbelasting, en de naheffingsaanslag was terecht opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees een verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de uitkomst van de zaak dit niet rechtvaardigde.