In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde Tyco Fire and Security Nederland B.V. (hierna: Tyco) in kort geding een verbod voor N.V. Nuon Energy (hierna: Nuon) om gevolg te geven aan haar gunningsvoornemen. Tyco stelde dat Nuon de inschrijvingen voor een aanbesteding niet correct had beoordeeld en dat het transparantiebeginsel was geschonden. De aanbesteding betrof het onderhoud van brandmeld-, ontruimingsalarm- en brandblusinstallaties, waarbij Nuon gebruik maakte van verschillende subgunningscriteria met uiteenlopend gewicht. Tyco had ingeschreven op beide percelen van de aanbesteding, maar ontving een voorlopige afwijzing van Nuon, die de inschrijving van Croon Wolter & Dros als economisch meest voordelig had beoordeeld. Tyco voerde aan dat Nuon niet vooraf de wegingscoëfficiënten had bekendgemaakt, wat volgens haar in strijd was met de aanbestedingsregels. De voorzieningenrechter oordeelde dat Nuon, op basis van een besluit van de Europese Commissie, niet langer een aanbestedingsplicht had voor de activiteit en dat Tyco geen belang had bij heraanbesteding. De rechter concludeerde dat Nuon de wegingscoëfficiënten achteraf mocht vaststellen en dat Tyco niet had aangetoond dat Nuon het transparantiebeginsel had geschonden. De vorderingen van Tyco werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.