Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Verzoeken van partijen
subsidiair
4.De beoordeling
5.De beslissing
26 maart 2018uit te laten als bedoeld in 4.6.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man de echtscheiding had verzocht. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder een echtscheidingsbeslissing van de Marokkaanse rechter, die op 20 juli 2017 was gegeven. De man en de vrouw zijn met elkaar gehuwd in Marokko op 4 augustus 2003 en hebben samen twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft de procedure aangehouden in afwachting van de beslissing van de Marokkaanse rechter, maar na ontvangst van de echtscheidingsbeslissing heeft de rechtbank geconcludeerd dat zij onbevoegd is om de echtscheiding uit te spreken, omdat de Marokkaanse beslissing voor erkenning in Nederland vatbaar is. De rechtbank heeft de man in de gelegenheid gesteld om zijn verzoeken betreffende de afwikkeling van het huwelijksvermogen via een dagvaardingsprocedure in te dienen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.