Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
liggen, terwijl uit het dossier blijkt dat verdachte op haar is gaan
zitten. Verdachte zal van dit onderdeel van de tenlastelegging daarom worden vrijgesproken. De omstandigheid dat verdachte op [slachtoffer] is gaan zitten, heeft de rechtbank wel meegenomen in de hierboven opgenomen bewijsoverweging.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf en maatregelen
€ 1.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
[slachtoffer] , geboren in [geboortedatum slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] , wonende op het adres [adres slachtoffer].
[slachtoffer]toe tot
€ 1.500,-(vijftienhonderd euro) (immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 september 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
€ 38,45(achtendertig euro en vijfenveertig cent).
25(vijfentwintig) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.