Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 oktober 2017,
- het proces-verbaal van comparitie van 16 januari 2018 en de daarin vermelde stukken en
- de brief van 1 februari 2018 van de raadsman van [eiseres] met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
“(…)
Extra kosten, welke niet vooraf door Koper’s[Rb: Albemarle’s]
schriftelijke opdracht of schriftelijke aanvaarding worden gedekt, komen niet voor vergoeding in aanmerking.”
Unless otherwise agreed in writing, payment is due 30 days after the date of invoice. Unless otherwise stated in this document, or in the contract pursuant to which this document is issued, Buyer agrees to pay Seller interest at the rate of 1.5% per month (or such lesser percentage as is the maximum rate allowable under applicable law) on any delinquent invoices.”
Delay or failure by a party to exercise any right shall not constitute a waiver of that or any other right or subsequent right.”
Voor elk meerwerk wat op locatie wordt direct wordt uitgevoerd zal [eiseres] een bon maken en door AM/JL(Rb: Albemarle)
laten ondertekenen. Daarna zullen de kosten worden berekend en ingediend.”
niet akkoord”.
Er staan een zevental meerwerken open waar nog geen opdracht voor is verstrekt. RE gaat hier achter aan.
Ik kan -voor nu- akkoord gaan dat Albemarle de helft van deze kosten draagt.”
Inzet van [eiseres] t.b.v. de verdere invulling van de planning, zowel voor als in de stop, zal ingediend worden als meerwerk(wekelijkse update)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
standpunt [eiseres]
nietvoor vergoeding in aanmerking komen (indien ze niet gedekt worden door voorafgaande schriftelijke opdracht of aanvaarding). Volgens haar bewoordingen is de bepaling er niet op is gericht welke kosten wél voor vergoeding in aanmerking komen. Partijen hebben daarbij afspraken gemaakt over de wijze waarop meerwerk in rekening zou worden gebracht (2.7) die voorzag in schriftelijke instemming door Albemarle en in lijn is met de betekenis die door Albemarle aan artikel 3 AAI wordt gegeven. Die procedure is tussen partijen ook in de praktijk toegepast (zoals bij voorbeeld blijkt uit 2.9, 2.11 en 2.12). Uit de aangehaalde voorbeelden blijkt tevens dat de procedure ook werd toegepast voor wijzigingen in de wijze van uitvoering van de werkzaamheden zoals een overwerk toeslag (2.9) en wijzigingen in de planning (2.11). Voor zover [eiseres] derhalve heeft willen betogen dat beperkingen op het in rekening brengen van extra kosten slechts betrekking zouden hebben op zuiver meerwerk (meerwerk van stoffelijke aard) en niet op verhoogde uitvoeringskosten wordt dit betoog niet ondersteund door de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de in 2.7 genoemde meerwerk procedure. Op grond van deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat Albemarle mocht verwachten dat zij niet na uitvoering van het werk zou worden geconfronteerd met extra kosten die zij niet vooraf (schriftelijk) had goedgekeurd. Voor zover [eiseres] haar vordering heeft gebaseerd op artikel 3 AAI komt deze slechts voor toewijzing in aanmerking voor zover [eiseres] heeft gesteld en bij betwisting hiervan komt vast te staan, dat Albemarle opdracht heeft gegeven voor de daaraan ten grondslag liggende werkzaamheden, terwijl zij zich ervan bewust was dat dit een verplichting tot vergoeding van extra kosten met zich meebracht.
- griffierecht € 3.894,00
- salaris advocaat