Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[GBA] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Referentie: 2452/15 RGNR 1800/16 GIP.
4.Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
deelneming aan een criminele organisatie, illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffenen
ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- het onderzoek is in Italië aangevangen en voor medeverdachten zijn EAB’s uitgevaardigd.
- de rechtsorde is in Italië geschaad doordat de verdovende middelen bestemd waren voor de Italiaanse markt;
- het bewijs bevindt zich in Italië.
7.Detentieomstandigheden in Italië
8.Slotsom
feit 1waarvoor de overlevering wordt gevraagd is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor dat feit te worden toegestaan.
Voor
feit 2moet zij worden geweigerd.
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de onderzoeksrechter, verbonden aan the Court of Trento, ten behoeve van het in Italië tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het in het EAB onder e als
eersteomschreven feit.
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op het in het EAB onder e als
tweedeomschreven feit.