Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
VI KL 1080/10,combined judgementgedateerd 23 november 2010. Bij dit vonnis is de opgeëiste persoon veroordeeld tot een vrijheidsstraf voor de duur van
vijf jaren.
Volgens informatie in het EAB onder d) is de opgeëiste persoon in persoon verschenen bij de behandeling ter terechtzitting die tot het vonnis heeft geleid.
Bij beslissing van the Circuit Law Court in Świdnica is op 4 september 2012 bepaald dat de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid wordt gesteld, maar bij beslissing van 5 december 2013 heeft ditzelfde gerecht de voorwaardelijke invrijheidstelling herroepen en de tenuitvoerlegging gelast van het resterende strafdeel (
twee jaren, acht maanden en elf dagen).
the District Law Court of Klodzkozijn verdisconteerd:
- VI K 569/13,gedateerd 16 oktober 2013. Dit betreft een
bij verstekgewezen vonnis.
Bij dit vonnis is de opgeëiste persoon veroordeeld tot een vrijheidsstraf voor de duur van
tien maanden, waarvan nog
negen maanden en 27 dagenresten. - VI K 852/13,gedateerd 17 april 2014. Ook dit vonnis is
bij verstekgewezen.
Bij dit vonnis is de opgeëiste persoon veroordeeld tot een vrijheidsstraf voor de duur van
één jaar en zes maanden.
Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
the person was served with the decision on the18th of October 2013and was expressly informed about the right to a retrial or appeal, in which he or she has the right to participate and which allows the merits of the case, including fresh evidence, to be re-examined, and which may lead to the original decision being reversed or modified.
VI KK 568/13en
VI K 852/13moeten weigeren
.
4.Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
zaaksnummer
VI KL 1080/10, doch uitsluitend voor zover dat ziet op het eerdere vonnis met kenmerk II K 401/06.
Overlevering kan in dat geval alleen worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, OLW juncto artikel 7, eerste lid, onder a, 2e OLW zijn neergelegd.
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer personen.|
Poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer personen.
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer personen.
Poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Diefstal, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen
Diefstal, terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen.
5.Slotsom
vonnis II K 401/06, onderdeel van vonnis
VI K 1080/10waarvoor de overlevering wordt gevraagd, is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering voor slechts die feiten te worden toegestaan.
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the Circuit Law Court in Świdnica, 3rd Criminal Division, Polen, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
VIII K 1118/06en
VIII K 1419/06:
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op de vrijheidsstraffen die zijn opgelegd bij de vonnissen onder registratienummers
VIII K 1118/06en
VIII K 1419/06
[opgeëiste persoon]voor zover het EAB betrekking heeft op de vrijheidsstraffen die zijn opgelegd bij de vonnissen onder registratienummers VI K 568/13 en VI K 852/13.