Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 2],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaten mr. J. Becker en mr. J. Lubbers, een verzoek ingediend tot herstel van een eerder gewezen vonnis van 19 oktober 2018. Dit verzoek werd gedaan naar aanleiding van kennelijke fouten in het dictum van dat vonnis. De eisers, die handelden onder de namen CVWIZARD.NL en CV.NL, stelden dat in het dictum de datums van de overeenkomsten onjuist waren weergegeven en dat er abusievelijk het woord 'veroordeelt' was gebruikt in plaats van 'verbiedt'. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. van Eek, hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot herstel.
De voorzieningenrechter heeft op 2 november 2018 geoordeeld dat de aangevoerde fouten, zoals de verkeerde jaartallen en de onjuiste terminologie, kennelijke fouten zijn die voor eenvoudig herstel in aanmerking komen. De rechter heeft vastgesteld dat de fouten evident waren en dat er geen redelijke twijfel over bestond. De gevraagde verbeteringen zijn toegewezen, waarbij de datum van de overeenkomst is gecorrigeerd van 2018 naar 2013 en het woord 'veroordeelt' is vervangen door 'verbiedt'.
De voorzieningenrechter heeft verder bepaald dat deze verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis dienen te retourneren aan de griffie. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. F.B. Bakels, de voorzieningenrechter, en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met kennelijke fouten in eerdere uitspraken.