ECLI:NL:RBAMS:2018:10165

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2018
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
C/13/651488 / KG ZA 18-787 hv
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in kort geding met betrekking tot kennelijke fouten in eerder vonnis

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, hebben eisers, vertegenwoordigd door advocaten mr. J. Becker en mr. J. Lubbers, een verzoek ingediend tot herstel van een eerder gewezen vonnis van 19 oktober 2018. Dit verzoek werd gedaan naar aanleiding van kennelijke fouten in het dictum van dat vonnis. De eisers, die handelden onder de namen CVWIZARD.NL en CV.NL, stelden dat in het dictum de datums van de overeenkomsten onjuist waren weergegeven en dat er abusievelijk het woord 'veroordeelt' was gebruikt in plaats van 'verbiedt'. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. van Eek, hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot herstel.

De voorzieningenrechter heeft op 2 november 2018 geoordeeld dat de aangevoerde fouten, zoals de verkeerde jaartallen en de onjuiste terminologie, kennelijke fouten zijn die voor eenvoudig herstel in aanmerking komen. De rechter heeft vastgesteld dat de fouten evident waren en dat er geen redelijke twijfel over bestond. De gevraagde verbeteringen zijn toegewezen, waarbij de datum van de overeenkomst is gecorrigeerd van 2018 naar 2013 en het woord 'veroordeelt' is vervangen door 'verbiedt'.

De voorzieningenrechter heeft verder bepaald dat deze verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis dienen te retourneren aan de griffie. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. F.B. Bakels, de voorzieningenrechter, en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met kennelijke fouten in eerdere uitspraken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/651488 / KG ZA 18-787 FB/TF
Vonnis in kort geding van 2 november 2018
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 1] B.V.tevens handelend onder de namen CVWIZARD.NL en CV.NL,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisers bij gelijkluidende dagvaardingen van 16 augustus 2018,
advocaten mr. J. Becker en J. Lubbers te Arnhem,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] B.V.tevens handelend onder de naam [handelsnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagden,
advocaat mr. D. van Eek te Amsterdam.

1.Verzoek tot herstel

1.1.
In een faxbericht van 24 oktober 2018 hebben eisers verzocht om verbetering van het op 19 oktober 2018 in deze zaak gewezen vonnis.
Volgens eisers staan in het dictum van het vonnis de volgende verschrijvingen.
- Onder 5.1 en 5.5 is de overeenkomst die gesloten is met [gedaagde 3] abusievelijk gedateerd op 8 november 2018 in plaats van 8 november 2013,
- Onder 5.5 is abusievelijk het woord “veroordeelt’ opgeschreven, in plaats van het woord “verbiedt”.
Door deze laatste verschrijving lijkt het alsof 5.5. een positieve veroordeling inhoudt tot het handelen in strijd met de geheimhoudingsbedingen opgenomen in beide overeenkomsten. Uit het vonnis en de andere veroordelingen in het dictum blijkt echter evident dat het een “verbod” tot het handelen in strijd met de geheimhoudingsbedingen zou moeten betreffen.
Gedaagden vragen om verbetering van het dictum in die zin dat onder 5.1. en 5.5 de datum van de overeenkomsten wordt aangepast en onder 5.5. het woord “veroordeelt” wordt vervangen door “verbiedt”.
1.2.
Eisers zijn in de gelegenheid gesteld zich vóór 2 november 2018 om 11.00 uur over dit verzoek uit te laten. In een e-mail van 2 november 2018 hebben zij meegedeeld zich niet te verzetten tegen het verzoek tot het wijzen van een herstelvonnis.

2.Beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen kennelijke rekenfouten, schrijffouten of andere kennelijke fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen, worden verbeterd. Het criterium voor een kennelijke fout is of voor partijen en derden direct duidelijk is dat sprake is van een vergissing. De fout moet niet voor redelijke twijfel vatbaar zijn en voor derden op het eerste gezicht duidelijk zijn.
2.2.
In het dictum van het vonnis van 19 oktober 2018 is sprake van drie kennelijke fouten. Onder 5.1 en 5.5. is de tweede overeenkomst immers niet van 2018 maar van 2013. Voorts is in 5.5. per abuis in plaats van een verbod een veroordeling uitgesproken.
Deze kennelijke fouten lenen zich voor eenvoudig herstel. De gevraagde verbeteringen waartegen geen bezwaar is gemaakt, zullen worden toegewezen zoals hierna is vermeld.

3.Beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat onder 5.1 van het op 19 oktober 2018 gewezen vonnis
“2018”
wordt gewijzigd in
“2013”
3.2.
bepaalt dat onder 5.5 van het op 19 oktober 2018 gewezen vonnis
“2018”
wordt gewijzigd in
“2013”
3.3.
bepaalt dat onder 5.5 van het op 19 oktober 2018 gewezen vonnis
“veroordeelt”
wordt gewijzigd in
“verbiedt”
3.4.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum
2 november 2018 worden vermeld op de minuut van het vonnis van 19 oktober 2018,
3.5.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 19 oktober 2018 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2018.
Coll: