In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, handelend onder de naam '[bedrijf]', en het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West. De eiser had een subsidie van € 60.000,- aangevraagd om ouderparticipatie in het onderwijs te stimuleren, met als doel schooluitval te voorkomen. De subsidieaanvraag werd echter door het stadsdeel afgewezen, omdat de activiteiten waarvoor subsidie werd aangevraagd al door het college van burgemeester en wethouders werden gesubsidieerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van de subsidie op goede gronden was gebaseerd, met verwijzing naar artikel 2.7 van de Subsidieregeling basisvoorzieningen in de stadsdelen. De rechtbank oordeelde dat de eiser zijn aanvraag niet voldoende had onderbouwd en dat er geen aanleiding was voor overleg met het college van burgemeester en wethouders. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van de eiser niet slagen en dat de weigering van de subsidie terecht was.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, maar heeft verweerder wel opgedragen het door de eiser betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 februari 2018, en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.