1.4Verweerder heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend en in stand gelaten met het bestreden besluit. Op 7 juni 2017, nadat eiseres beroep had ingesteld tegen het bestreden besluit, heeft het college het verlenen van een omgevingsvergunning voor het vervangen van twee containers door twee silo’s aanvullend gemotiveerd met toepassing van artikel 4, derde lid, van Bijlage II bij het Besluit Omgevingsrecht (Bor).
2. Eiseres voert in beroep, samengevat, aan dat de aanvraag een afwijking behelst van een bestaande vergunning en dat de onderdelen waar de aanvraag op ziet onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Gelet daarop had volgens eiseres het totale, oorspronkelijke bouwplan dat aan de aanvraag voor de vergunning van 1 oktober 2015 ten grondslag lag opnieuw moeten worden aangevraagd en beoordeeld. Eiseres voert verder aan dat de beoogde bebouwing en het beoogde gebruik in strijd zijn met het bestemmingsplan en dat niet wordt voldaan aan de parkeernorm. De aanvraag voor de in- en uitrit is op geen enkele wijze getoetst en er is niet onderzocht wat de gevolgen voor de verkeersveiligheid zullen zijn. De silo’s zijn in strijd met het bestemmingsplan en hadden niet mogen worden vergund. Volgens eiseres is ten onrechte de reguliere voorbereidingsprocedure gevolgd en had de uitgebreide voorbereidingsprocedure gevolgd moeten worden. Op de zitting van 20 juni 2017 heeft eiseres tot slot nog aangegeven zich niet te kunnen vinden in de gewijzigde brandscheidingen.
3. De voor deze zaak relevante wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. Deze bijlage maakt onderdeel uit van de uitspraak.
4. Op de locatie geldt het bestemmingsplan ‘1e wijziging Green Park Aalsmeer deelgebied 9 en 10’ (het bestemmingsplan) en op de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft rust de bestemming ‘Bedrijf-2’ als bedoeld in artikel 3 van het bestemmingsplan.
5. De rechtbank stelt vast dat eiseres op de zitting van 20 juni 2017 heeft aangegeven dat zij haar beroepsgronden met betrekking tot de wijziging van in- en uitritten laat vallen. Eiseres heeft dit op de zitting van 10 juli 2018 bevestigd.
6. Het gaat in deze procedure daarom alleen nog over de vervanging van twee containers door twee silo’s, de wijziging van het aantal parkeerplaatsen en over het deels wijzigen van de brandscheidingen.
7. Ten aanzien van de beroepsgrond van eiseres dat het gehele oorspronkelijke bouwplan in de beoordeling moet worden betrokken, overweegt de rechtbank dat, anders dan eiseres kennelijk meent, de (onherroepelijke) omgevingsvergunning van 1 oktober 2015 niet ter beoordeling voor ligt. De aanvraag van vergunninghouder heeft weliswaar betrekking op een aantal wijzigingen ten opzichte van de in rechte vaststaande omgevingsvergunning van 1 oktober 2015, maar dat betekent niet dat die omgevingsvergunning deel uitmaakt van de omvang van dit geding. De aanvraag van vergunninghouder ziet niet op een toename van de totale bebouwingsoppervlakte en ook niet op een wijziging van de gebruiksfunctie van het gebouw. De vraag of een [bedrijf 1] past binnen de geldende bestemming ‘Bedrijf-2’ is in deze procedure dus niet aan de orde. Gelet op het rechtszekerheidsbeginsel mocht vergunninghouder er op vertrouwen dat dit al (onherroepelijk) was vergund met de omgevingsvergunning van 1 oktober 2015. Indien eiseres daartegen bezwaren had, dan had zij tegen de omgevingsvergunning van 1 oktober 2015 rechtsmiddelen moeten instellen, maar dat heeft zij niet gedaan.
8. Over de wijziging van de brandscheidingen is op de zittingen van 20 juni 2017 en 10 juli 2018 vastgesteld dat het gaat om interne brandscheidingen tussen de kantoorruimte en de productieruimte van [bedrijf 1] die worden vervangen door sprinklers. Het gaat niet om de brandscheidingen tussen [bedrijf 1] en de daarnaast gelegen expeditie ruimte. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen concrete gronden heeft gericht tegen de wijziging van deze brandscheidingen. Nog afgezien van de vraag welk belang eiseres heeft bij deze interne wijziging, leidt deze beroepsgrond daarom al niet tot een vernietiging van het bestreden besluit.