4.1.5Beoordeling van de zaaksdossiers -in chronologische volgorde- ten aanzien van de feiten 2: oplichting kopers en 3: witwassen en heling
4.1.5.1 Zaaksdossiers 20, 21, 25 en 26
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte in de zaaksdossiers 20, 21, 25 en 26 moet worden vrijgesproken van het medeplegen van oplichting van kopers, witwassen en heling omdat deze zaaksdossiers geen aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bevatten.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 6 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 1] zijn motorscooter van het merk Piaggio met kenteken [kenteken 1] te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 24 oktober 2014 had [persoon 1] contact met een persoon die zich [naam 1] noemde, een geïnteresseerde koper, via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 1] . Er werd een afspraak gemaakt voor een bezichtiging en op verzoek van [naam 1] heeft [persoon 1] via WhatsApp de meldcode aan hem doorgegeven. [persoon 1] heeft verder niets van [naam 1] vernomen. Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 28 oktober 2014 de motorscooter met kenteken [kenteken 1] op zijn naam heeft gesteld. Op 3 november 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd en verkregen. Hierbij heeft hij zich gelegitimeerd met zijn paspoort met nummer [paspoortnummer] .
Op 3 november 2014 werd de motorscooter met kenteken [kenteken 1] door [verdachte] te koop aangeboden en verkocht aan [persoon 2] , eigenaar van [winkel 1] voor € 2.400,-. [persoon 2] heeft verklaard dat twee mannen met deze motorscooter naar zijn winkel waren gekomen. Eén van de mannen legitimeerde zich met een paspoort op naam van [verdachte] . [persoon 2] heeft de motorscooter vervolgens doorverkocht aan [persoon 3] , onder wie het voertuig in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht, tevens werden schuursporen aangetroffen. De motorscooter, met origineel kenteken [kenteken 2] bleek op 19 augustus 2014 te zijn gestolen van [persoon 4] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de motorscooter met kenteken [kenteken 1] gewijzigd, voor dit kenteken een duplicaat kentekenplaat aangevraagd en hij heeft een andere omgekatte motorscooter met dit duplicaat kenteken verkocht aan [persoon 2] . Heling, witwassen (feit 3) en oplichting van [persoon 2] / [winkel 1] (feit 2) kan daarom worden bewezen. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 3 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 5] zijn motorscooter van het merk Piaggio Yourban met kenteken [kenteken 3] sinds januari 2015 te koop had aangeboden op onder andere marktplaats.nl. Eind januari 2015 hebben twee Marokkaanse jongens de motorscooter bezichtigd en daarbij een foto gemaakt van het chassisnummer.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 6 november 2014 de motorscooter met kenteken [kenteken 3] op zijn naam heeft gesteld. Op 10 november 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd en verkregen. Hierbij heeft hij zich gelegitimeerd met zijn paspoort met nummer [paspoortnummer] .
Op 11 november 2014 werd de motorscooter met kenteken [kenteken 3] door [verdachte] te koop aangeboden en verkocht aan [persoon 6] , eigenaar van [winkel 1] voor € 4.000,-. [persoon 6] heeft verklaard dat hij de motorscooter had gekocht van een man die zich legitimeerde met een paspoort op naam van [verdachte] . [persoon 6] heeft de motorscooter vervolgens doorverkocht aan [persoon 7] , onder wie het voertuig in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De motorscooter, met origineel kenteken [kenteken 35] , bleek tussen 8 en 9 november 2014 te zijn gestolen van [persoon 8] .
Uit onderzoek naar de in de woning van [medeverdachte 1] aangetroffen computer bleek dat een zoekopdracht was gegeven voor het kenteken [kenteken 3] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de motorscooter met kenteken [kenteken 3] gewijzigd, voor dit kenteken een duplicaat kentekenplaat aangevraagd en hij heeft een andere omgekatte motorscooter met dit duplicaat kenteken verkocht aan [persoon 6] . Heling, witwassen (feit 3) en oplichting van [persoon 6] / [winkel 1] (feit 2) kan daarom worden bewezen. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 5 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 9] zijn scooter van het merk Piaggio, met kenteken [kenteken 4] op 3 november 2014 te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Na ongeveer 10 tot 15 dagen werd [persoon 9] gebeld door een man die interesse toonde in zijn scooter. Op verzoek van de man heeft [persoon 9] de meldcode, de laatste vier cijfers van het chassisnummer, doorgegeven. Hij heeft verder niets van de man vernomen.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 15 november 2014 de scooter met kenteken [kenteken 4] op zijn naam heeft gesteld. Op 18 november 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd en verkregen. Hierbij heeft hij zich gelegitimeerd met zijn paspoort met nummer [paspoortnummer] .
Op 20 november 2014 werd de scooter met kenteken [kenteken 4] door [verdachte] te koop aangeboden en verkocht aan [persoon 10] , werkzaam bij [winkel 2] . voor € 2.000,-. [persoon 10] heeft verklaard dat hij de scooter heeft gekocht van een man die zich legitimeerde met een paspoort op naam van [verdachte] . Op de aankoopnota staat eveneens de naam [verdachte] vermeld. [persoon 10] heeft de scooter vervolgens doorverkocht aan [persoon 12] , onder wie het voertuig in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 5] , bleek op 19 november 2014 te zijn gestolen van [persoon 11] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de scooter met kenteken [kenteken 4] gewijzigd, voor dit kenteken een duplicaat kentekenplaat aangevraagd en hij heeft een andere omgekatte scooter met dit duplicaat kenteken verkocht aan [persoon 10] . Heling, witwassen (feit 3) en oplichting van [persoon 10] / [winkel 2] . (feit 2) kan daarom worden bewezen. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 1 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 13] zijn scooter van het merk Piaggio type C38 met kenteken [kenteken 6] te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 12 december 2014 was er telefonisch contact met [persoon 13] opgenomen via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 2] . Uit het politieonderzoek 13Dwemer is gebleken dat dit telefoonnummer in januari 2015 in gebruik is geweest bij [medeverdachte 3] . Diezelfde dag hadden drie mannen van Marokkaanse afkomst de scooter bezichtigd. [persoon 13] had de mannen het kentekenbewijs in laten zien. Met behulp van een enkelvoudige fotoconfrontatie had [persoon 13] [medeverdachte 1] herkend als één van de mannen die bij de bezichtiging aanwezig was. Aan [persoon 13] is ook een foto getoond van [medeverdachte 3] . [persoon 13] herkende [medeverdachte 3] niet op deze foto.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 12 december 2014 de scooter met kenteken [kenteken 6] op zijn naam heeft gesteld. Op 16 december 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd. Hierbij had hij zich gelegitimeerd met een paspoort met nummer [paspoortnummer] , toebehorende aan [verdachte] .
Op 17 december 2014 werd de scooter met kenteken [kenteken 6] te koop aangeboden en op 18 december 2014 verkocht aan [persoon 14] , eigenaar van [winkel 3] , voor € 1.700,-. [persoon 14] heeft verklaard dat de man van wie hij de scooter had gekocht een negroïde jongen was van ongeveer 20 á 22 jaar oud, rasta-achtig haar had en ongeveer 1.75 tot 1.80 meter lang was. Voor de verkoop van de scooter is deze man een tweede keer in de winkel geweest om de koop af te ronden. Een week na de aankoop was de man wederom in de winkel van [persoon 14] om een fles olie en een accuhouder te kopen. [persoon 14] is een foto getoond van [verdachte] . Direct na het tonen van de foto had [persoon 14] verklaard dat dit de man was van wie hij de scooter had gekocht. Onder [persoon 14] werd het voertuig in beslag genomen.
Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht en werden er schuursporen aangetroffen. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 7] , bleek tussen 16 en 17 december 2014 te zijn gestolen van [persoon 15] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de scooter met kenteken [kenteken 6] gewijzigd, voor dit kenteken een duplicaat kentekenplaat aangevraagd en hij heeft een andere omgekatte scooter met deze duplicaat kentekenplaat verkocht aan [persoon 14] . Heling, witwassen (feit 3) en oplichting van [persoon 14] / [winkel 3] (feit 2) kan daarom worden bewezen. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] de man is geweest die de omgekatte scooter heeft verkocht aan [persoon 14] / [winkel 3] . [persoon 14] heeft [verdachte] herkend op een politiefoto die aan hem is getoond. Onder verwijzing naar de algemene overweging onder 4.1.3.3 betrekt de rechtbank deze herkenning (bij een enkelvoudige fotoconfrontatie) in het onderhavige zaaksdossier bij het bewijs. In de omstandigheid dat [verdachte] de scooter op zijn naam had gezet, het duplicaat kenteken had aangevraagd en in onder meer de (in tijd daaraan voorafgaande) zaaksdossiers 3, 5 en 6 dezelfde modus operandi heeft toegepast, acht de rechtbank voldoende overig bewijs aanwezig voor het oordeel dat [verdachte] de omgekatte scooter heeft verkocht.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 4 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 16] zijn scooter met kenteken [kenteken 8] op 8 december 2014 te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 9 en 10 december 2014 werd [persoon 16] gebeld door een Marokkaanse jongen die interesse toonde in zijn scooter. Op 10 december 2014 heeft een bezichtiging plaatsgevonden waarbij twee Marokkaanse jongens aanwezig waren. Op aandringen van de jongens heeft [persoon 16] het chassisnummer en het kentekenbewijs laten zien.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 12 december 2014 de scooter met kenteken [kenteken 8] op zijn naam heeft gesteld. Op 16 december 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd en verkregen. Hierbij heeft hij zich gelegitimeerd met een paspoort met nummer [paspoortnummer] , toebehorende aan [verdachte] .
Op 17 december 2014 werd de scooter met kenteken [kenteken 8] door [verdachte] te koop aangeboden en verkocht aan [winkel 4] voor € 2.350,-. [winkel 4] heeft verklaard dat hij de scooter heeft gekocht van een man die zich legitimeerde met een paspoort op naam van [verdachte] . Hij weet 100% zeker dat de jongen op het legitimatiebewijs de jongen is van wie hij de scooter heeft gekocht. Op de aankoopnota staat eveneens de naam [verdachte] vermeld. [winkel 4] heeft de scooter vervolgens doorverkocht aan [persoon 17] , onder wie het voertuig in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 9] , bleek tussen 16 en 17 december 2014 te zijn gestolen van [persoon 18] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de scooter met kenteken [kenteken 8] gewijzigd, voor dit kenteken een duplicaat kentekenplaat aangevraagd en hij heeft een andere omgekatte scooter met dit duplicaat kenteken verkocht aan [winkel 4] . Heling, witwassen (feit 3) en oplichting van [winkel 4] (feit 2) kan daarom worden bewezen. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2.
4.1.5.7 Zaaksdossiers 2 en 7
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 2 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 19] zijn scooter, van het merk Piaggio type C38, met kenteken [kenteken 10] te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 13 november 2014 werd [persoon 19] gebeld door een jongen die zich [persoon 20] noemde. Op verzoek van [persoon 20] heeft [persoon 19] een foto van de kentekenpapieren opgestuurd.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 4] op 14 november 2014 de scooter met kenteken [kenteken 10] op zijn naam heeft gesteld. [medeverdachte 4] heeft bekend dat hij de scooter op zijn naam heeft laten stellen en heeft verklaard dat hij voor deze overschrijving € 100,- heeft ontvangen van [medeverdachte 1] . Op 18 november 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 22 november 2014 werd een bromfiets met kenteken [kenteken 10] door [verdachte] te koop aangeboden en verkocht aan [persoon 21] / [winkel 5] voor € 2.000,-. [verdachte] heeft zich hierbij gelegitimeerd met zijn paspoort. Van het paspoort heeft [persoon 21] een kopie gemaakt. Deze kopie zit in het dossier. [persoon 21] heeft verklaard dat hij 100% zeker weet dat de foto op het paspoort de persoon is die hij voor zich had. [persoon 21] heeft de scooter op verzoek van de RDW laten herkeuren en uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De motorcode bleek thuis te horen op een scooter met een ander framenummer en kenteken. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 11] , bleek op 16 november 2014 te zijn gestolen van [persoon 22] .
[persoon 21] heeft verklaard dat [verdachte] een week voor die verkoop ook in zijn winkel was geweest en hem een scooter te koop had aangeboden. Deze scooter had hij toen niet gekocht. Voorts heeft [persoon 21] verklaard dat [verdachte] op 3 december 2014 voor een derde keer in zijn winkel kwam en toen een scooter met kenteken [kenteken 12] (de scooter uit zaaksdossier 7) te koop had aangeboden. [persoon 21] heeft zijn broer, die op dat moment in de winkel aan het werk was, [verdachte] het verkoopbewijs voor de bromfiets met kenteken [kenteken 10] laten ondertekenen, omdat hij dat nog niet had gedaan. De broer van [persoon 21] had [verdachte] gevraagd een andere keer terug te komen. [persoon 21] heeft [verdachte] herkend op een foto die hem van [verdachte] was getoond.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 7 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 23] zijn scooter, met kenteken [kenteken 12] , eind 2014 te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 9 december 2014 werd [persoon 23] gebeld door een jongen die zich [persoon 26] noemde, met het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 3] . Een dag later kwamen drie mannen de scooter bezichtigen. Zij hebben het chassisnummer van de scooter gecontroleerd en vroegen [persoon 23] of hij in het bezit was van een papieren kentekenbewijs.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 4] op 11 december 2014 de scooter met kenteken [kenteken 12] op zijn naam heeft gesteld. [medeverdachte 4] heeft bekend dat hij de scooter op zijn naam heeft laten stellen en heeft verklaard dat hij voor deze overschrijving € 100,- heeft ontvangen van [medeverdachte 1] . Op 15 december 2014 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 22 december 2014 heeft [persoon 24] / [winkel 6] de scooter met kenteken [kenteken 12] gekocht voor € 1.900,-. [persoon 24] heeft verklaard dat de verkoper een negroïde jongen was met een gouden tand in zijn bovengebit. [persoon 24] heeft de scooter doorverkocht aan [persoon 25] onder wie de scooter in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 13] , bleek tussen 18 en 19 december 2014 te zijn gestolen van [persoon 27] .
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de in zaaksdossier 2 genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [persoon 21] (feit 2). [verdachte] is tot drie keer toe in de winkel van [persoon 21] geweest om hem scooters te koop aan te bieden (waaronder de scooter in zaaksdossier 7), waarbij één keer tot een verkoop is overgegaan. [verdachte] heeft zich daarbij gelegitimeerd met zijn paspoort en daarnaast heeft [persoon 21] [verdachte] herkend van een politiefoto. De rechtbank acht deze herkenning, gelet op voornoemde omstandigheden, bruikbaar voor het bewijs.
De rechtbank acht ook bewezen dat [verdachte] diegene is geweest die [persoon 24] (in zaaksdossier 7) op 22 december 2014 heeft opgelicht door hem een omgekatte scooter te verkopen (feit 2). [verdachte] heeft deze scooter met kenteken [kenteken 12] namelijk eerder op 3 december 2014 bij [persoon 21] te koop aangeboden. Daarbij heeft [verdachte] het duplicaat kenteken aangevraagd en voldoet hij aan het signalement van een negroïde jongen met een gouden tand in zijn bovengebit (zie I.89). [verdachte] heeft ervoor gekozen zich steeds op zijn zwijgrecht te beroepen. De rechtbank gaat er, gelet op voornoemde omstandigheden, van uit dat het [verdachte] is geweest die op 22 december 2014 de scooter aan [persoon 24] heeft verkocht.
Heling, witwassen (feit 3) en oplichting (feit 2) kan daarom worden bewezen bij de zaaksdossiers 2 en 7. De rechtbank verwijst daarbij naar de algemene overwegingen onder 4.1.3.1 en 4.1.3.2.
4.1.5.8 Zaaksdossiers 8, 9, 10 en 11
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 8 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 28] zijn scooter van het merk Piaggio, met kenteken [kenteken 14] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Begin april 2015 werd [persoon 28] gebeld via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] . Tijdens het gesprek werd gevraagd of [persoon 28] in het bezit was van een papieren kentekenbewijs. Op 7 april 2015 had de bezichtiging plaatsgevonden in Maarssen in aanwezigheid van de stiefvader van [persoon 28] , [stiefvader] . Ten tijde van die bezichtiging had het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] gebruik gemaakt van een zendmast in Maarssen, evenals de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 5] en * [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer (* [telefoonnummer 6] ) behoort toe aan [medeverdachte 1] . Volgens de politie is [medeverdachte 1] ook de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer 4] . [medeverdachte 3] zou de gebruiker zijn van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , zo leidt de politie uit een ander politieonderzoek genaamd 13Atik af.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 9 april 2015 de scooter met kenteken [kenteken 14] op zijn naam heeft gesteld. Op 13 april 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 14 april 2015 heeft [persoon 29] , eigenaar van [winkel 7] , de scooter met kenteken [kenteken 14] gekocht voor € 2.200,- en op zijn naam laten stellen. [persoon 29] heeft verklaard de scooter gekocht te hebben van [medeverdachte 2] , een kopie van diens legitimatiebewijs te hebben gemaakt en het vrijwaringsbewijs van de scooter aan hem mee te hebben gegeven. Het vrijwaringsbewijs van de scooter is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 2] . [persoon 29] heeft € 400,- contant betaald en heeft € 1.800,- overgemaakt op het rekeningnummer ten name van [persoon 30] . Dit bleek het rekeningnummer te zijn van [verdachte] . [persoon 29] heeft de scooter doorverkocht aan [persoon 31] onder wie de scooter in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 15] , bleek tussen 12 en 13 april 2015 te zijn gestolen van [persoon 32] .
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 9 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 33] zijn scooter, met kenteken [kenteken 16] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 16 april 2015 werd [persoon 33] gebeld via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] . Tijdens het gesprek werd gevraagd of [persoon 33] in het bezit was van een papieren kentekenbewijs. Op 17 april 2015 heeft de bezichtiging plaatsgevonden in Weert. Twee mannen kwamen naar de scooter kijken. Ten tijde van die bezichtiging heeft het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] gebruik gemaakt van een zendmast in Weert, evenals de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 5] en * [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer (* [telefoonnummer 6] ) behoort toe aan [medeverdachte 1] . Volgens de politie is [medeverdachte 1] ook de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer 4] . [medeverdachte 3] zou de gebruiker zijn van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , zo leidt de politie uit een ander politieonderzoek genaamd 13Atik af.
Tijdens de bezichtiging hadden de mannen gevraagd of zij het chassisnummer mochten vergelijken met het nummer op het kentekenbewijs. [persoon 33] heeft toen het kentekenbewijs gegeven. In de straat waar de bezichtiging had plaatsgevonden hingen camera’s. Bij het uitkijken van deze beelden is [medeverdachte 1] herkend door de verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] .
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 18 april 2015 de scooter met kenteken [kenteken 16] op zijn naam heeft gesteld. Op 22 april 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 22 april 2015 heeft verbalisant [verbalisant 4] een scooter met kenteken [kenteken 16] zien rijden. [medeverdachte 2] bleek de bestuurder te zijn en [verdachte] de bijrijder. [medeverdachte 2] heeft [verbalisant 4] de kentekencard van de scooter overhandigd. Het chassisnummer van de scooter kwam overeen met de kentekencard.
Op 23 april 2015 heeft [persoon 34] , de scooter met kenteken [kenteken 16] gekocht van [medeverdachte 2] voor € 1.500,- waarbij [medeverdachte 2] zich heeft gelegitimeerd met zijn identiteitsbewijs. [persoon 34] heeft de scooter doorverkocht aan [persoon 35] onder wie de scooter in beslag is genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 17] , bleek tussen 22 en 23 april 2015 te zijn gestolen van [persoon 36] .
Een telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 7] heeft telefonisch contact gehad met het telefoonnummer van [persoon 34] . In een telefoon van [medeverdachte 2] staat dit nummer opgeslagen onder de naam “ [naam 2] ”. [naam 2] is de roepnaam van [medeverdachte 3] .
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 10 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 37] haar scooter, met kenteken [kenteken 18] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. [persoon 37] werd gebeld door een jongen genaamd [persoon 38] via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] en had met hem een afspraak gemaakt voor de bezichtiging op 20 april 2015 in Assendelft. Twee mannen kwamen naar de scooter kijken en hadden [persoon 37] naar het kentekenbewijs en het chassisnummer gevraagd. Eén van de jongens had het kentekenbewijs in zijn handen. Ten tijde van die bezichtiging had het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] gebruik gemaakt van een zendmast in Assendelft, evenals de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 5] en * [telefoonnummer 6] . Dit telefoonnummer (* [telefoonnummer 6] ) behoort toe aan [medeverdachte 1] . Volgens de politie is [medeverdachte 1] ook de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer 4] . [medeverdachte 3] zou de gebruiker zijn van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , zo leidt de politie uit een ander politieonderzoek genaamd 13Atik af.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 21 april 2015 de scooter met kenteken [kenteken 18] op zijn naam heeft gesteld. Op 29 april 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 2 mei 2015 heeft [persoon 39] / [winkel 8] , de scooter met kenteken [kenteken 18] gekocht van [medeverdachte 2] voor € 1.700,-, waarbij [medeverdachte 2] zich heeft gelegitimeerd met zijn identiteitsbewijs. In de woning van [medeverdachte 2] werd het vrijwaringsbewijs voor het voertuig met kenteken [kenteken 18] aangetroffen. Daarnaast werd op één van de telefoons van [medeverdachte 2] een foto aangetroffen van de scooter met duplicaatkenteken [kenteken 18] . Op deze foto is [verdachte] herkend als de persoon die het voertuig met een hogedrukspuit en een borstel aan het schoonmaken is. Onder [winkel 8] werd de scooter in beslag genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 19] , bleek tussen 30 april 2015 en 1 mei 2015 te zijn gestolen van [persoon 40] .
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 11 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 41] zijn auto van het merk BMW X6, met kenteken [kenteken 20] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. [persoon 41] werd gebeld door een jongen genaamd [persoon 42] via het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] en * [telefoonnummer 7] en had met hem een afspraak gemaakt voor de bezichtiging op 30 april 2015 in Barendrecht. Twee mannen kwamen naar de auto kijken. Eén van de mannen was [persoon 42] , de ander stelde zich voor als [persoon 43] . De mannen hadden de auto bekeken. [persoon 42] had aangegeven dat hij de auto zo snel mogelijk wilde kopen. Op 2 mei 2015 had [persoon 41] op verzoek van de mannen nog een foto van het kentekenbewijs gemaild naar het e-mailadres van [persoon 43] , [emailadres] .
Ten tijde van die bezichtiging heeft het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 6] gebruik gemaakt van een zendmast in Barendrecht, evenals de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 5] en * [telefoonnummer 7] . Het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 6] behoort toe aan [medeverdachte 1] . Volgens de politie is [medeverdachte 1] ook de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer 4] . [medeverdachte 3] zou de gebruiker zijn van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , zo leidt de politie uit een ander politieonderzoek genaamd 13Atik af. In een telefoon van [medeverdachte 2] staat het nummer * [telefoonnummer 7] opgeslagen onder de naam “ [naam 2] ”. [naam 2] is de roepnaam van [medeverdachte 3] .
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 2 mei 2015 de auto met kenteken [kenteken 20] op zijn naam heeft gesteld. Op 6 mei 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
[persoon 41] heeft verklaard dat hij werd gebeld door de eigenaar van [winkel 9] en dat hem werd verteld dat zijn auto bij [winkel 9] te koop was aangeboden. [persoon 41] had op marktplaats.nl gezocht en had gezien dat zijn auto door een ander te koop werd aangeboden.
Op 7 mei 2015 werd [medeverdachte 2] op heterdaad aangehouden op verdenking van heling van een gestolen auto met kenteken [kenteken 20] . [medeverdachte 2] was samen met een andere man met een donkere huidskleur naar autobedrijf [persoon 44] gekomen en had voornoemde auto te koop aangeboden. [persoon 44] vertrouwde het niet en had gezien dat dezelfde auto op marktplaats te koop werd aangeboden. Nadat hij contact had opgenomen met de beheerder van die marktplaatsadvertentie, [persoon 41] , had [persoon 44] de politie gebeld. Bij zijn aanhouding had [medeverdachte 2] twee telefoons bij zich, op één van de telefoons werd een foto aangetroffen van de auto met kenteken [kenteken 20] , voorzien van een ophoogcode. Voorts was op die telefoon een filmpje opgeslagen dat was opgenomen op 7 mei 2015 waarin te zien was dat [medeverdachte 2] en [verdachte] samen in een auto zaten en enthousiast over een BMW X6 aan het praten waren.
De auto werd in beslag genomen en uit onderzoek bleek dat het VIN van die auto niet door de fabrikant was aangebracht. De auto, met origineel kenteken [kenteken 21] , bleek tussen 2 en 3 mei 2015 te zijn gestolen van [persoon 45] / [bedrijf 1]
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de duplicaat kentekenplaten aangevraagd van de voertuigen in de zaaksdossiers 8, 9, 10 en 11. De wijziging van de tenaamstelling en de feitelijke verkoop van de omgekatte voertuigen heeft [medeverdachte 2] gedaan. De betrokkenheid van [verdachte] beperkt zich in deze zaaksdossiers echter niet tot de aanvraag van duplicaatkentekenplaten. In zaaksdossier 8 heeft de koper van het omgekatte voertuig een groot deel van het aankoopbedrag overgemaakt op de rekening van [verdachte] en in zaaksdossier 9 heeft een verbalisant [verdachte] en [medeverdachte 2] , op de dag dat [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor de scooter had aangevraagd, op de scooter zien rijden. Het chassisnummer kwam volgens de verbalisant overeen met de gegevens op de kentekencard zodat het een omgekatte scooter moet zijn geweest waar ze op reden. In zaaksdossier 10 blijkt uit een foto op de telefoon van [medeverdachte 2] dat [verdachte] de omgekatte scooter aan het schoonmaken is. In zaaksdossier 11 leidt de rechtbank af uit het filmpje op de telefoon van [medeverdachte 2] , opgeslagen op 7 mei 2015, en de verklaring van [persoon 44] dat op 7 mei 2015 door [medeverdachte 2] en een andere jongen met een donkere huidskleur een BMW6 te koop is aangeboden, dat [verdachte] met [medeverdachte 2] in de omgekatte BMX6 heeft gezeten en ook samen met hem heeft geprobeerd deze aan [persoon 44] te verkopen.
Gelet op voorgaande feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat er bij de oplichting van de kopers in deze zaaksdossiers (feit 2) sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] . In zaaksdossier 11 is [verdachte] zelfs bij de (mislukte) verkoop aanwezig geweest. In de andere zaaksdossiers heeft hij een essentiële rol gespeeld door de duplicaatkentekenplaten aan te vragen en daarnaast andere taken op zich te nemen. Voorafgaand in tijd aan de zaaksdossiers 8 t/m 11 heeft [verdachte] al vele keren duplicaatkentekenplaten aangevraagd en de omgekatte voertuigen met deze duplicaatkentekenplaten zelf verkocht. [verdachte] wist dus precies wat de werkwijze en bedoeling was. Ook in deze zaaksdossier kan het oogmerk tot oplichting van de kopers en wederrechtelijke bevoordeling van zichzelf en/of anderen dus worden bewezen.
Zoals hiervoor onder 4.1.3.1 overwogen is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] met het aanvragen van duplicaatkentekenplaten een essentiële rol heeft vervuld in het verhullen van de herkomst van de (later) gestolen voertuigen en het verhullen wie de rechthebbende van die voertuigen was. Witwassen (feit 3) kan daarom eveneens worden bewezen.
Uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] de omgekatte en gestolen scooters uit de zaaksdossiers 9, 10 en 11 voorhanden heeft gehad. Voor wat betreft die zaaksdossiers kan heling (feit 3) dus ook worden bewezen. [verdachte] wordt in zaaksdossier 8 vrijgesproken van heling, nu niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] dit omgekatte en gestolen voertuig ook voorhanden heeft gehad.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 13 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 46] zijn scooter, van het merk Piaggio N/A met kenteken [kenteken 22] , sinds maart 2015 te koop had aangeboden op marktplaats.nl. [persoon 46] heeft verklaard dat hij eind april/begin mei 2015 wel eens had afgesproken met een potentiële koper en dat deze koper dan wilde kijken of het chassisnummer overeenkwam met het kentekenbewijs. Uit het dossier is gebleken dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] op 7 en 8 april 2015 contact heeft gehad met [persoon 46] . Volgens de politie is [medeverdachte 1] de gebruiker van dit telefoonnummer.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 18 mei 2015 de scooter met kenteken [kenteken 22] op zijn naam heeft gesteld. Op 20 mei 2015 heeft [medeverdachte 2] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 22 mei 2015 heeft [persoon 47] , via marktplaats.nl, een scooter met kenteken [kenteken 22] gekocht voor een bedrag van € 2.100,-. Uit onderzoek naar het marktplaats account is gebleken dat aan dit account de gebruikersnaam ‘ [persoon 43] ’ was gekoppeld alsmede het e-mailadres [emailadres] . Op 28 oktober 2015 werden [persoon 47] twee foto’s getoond, waarbij [medeverdachte 5] werd herkend als de verkoper van de scooter. In de nacht van 17 op 18 oktober 2015 werd de scooter van [persoon 47] gestolen. Om die reden is niet bekend geworden welk gestolen voertuig is gekloond en aan [persoon 47] is verkocht.
Het oordeel van de rechtbank
[persoon 47] heeft via het marktplaatsaccount met gebruikersnaam ‘ [persoon 43] ’ en e-mailadres [emailadres] de omgekatte scooter gekocht. [verdachte] heeft hierover geen verklaring afgelegd. Mede gelet op de betrokkenheid van [verdachte] bij de oplichting van kopers in voornoemde andere zaaksdossiers, gaat de rechtbank er vanuit dat [verdachte] de gebruiker is van het marktplaatsaccount dat op zijn naam staat en het contact met [persoon 47] heeft gelegd. De rechtbank komt daarmee tot de conclusie dat [verdachte] in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de verkoop van de scooter aan [persoon 47] en dat kan worden vastgesteld dat [verdachte] zich daarmee heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van [persoon 47] (feit 2). Het behoeft gelet op wat hiervoor is overwogen in andere zaaksdossiers geen uitleg meer dat [verdachte] ook het oogmerk had om [persoon 47] (en alle kopers die hierna nog aan de orde komen) op te lichten.
4.1.5.10 Zaaksdossiers 14, 15 en 16
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 14 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 48] en haar broer hun scooter, met kenteken [kenteken 23] , via een vriend genaamd [persoon 49] te koop hadden aangeboden op marktplaats.nl. [persoon 49] heeft namens [persoon 48] en haar broer meerdere bezichtigingen gehad.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 6] op 29 mei 2015 de scooter met kenteken [kenteken 23] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving heeft plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden is [verdachte] door een verbalisant herkend als de persoon die samen met een andere persoon, mogelijk [medeverdachte 6] , bij de overschrijving aanwezig was. Op 3 juni 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 5 juni 2015 heeft [persoon 50] de scooter met kenteken [kenteken 23] via marktplaats gekocht voor €1.650,-. Uit onderzoek naar het marktplaats account is gebleken dat aan dit account de gebruikersnaam ‘ [persoon 43] ’ was gekoppeld, alsmede het e-mailadres [emailadres] . [persoon 50] heeft de scooter doorverkocht aan [winkel 10] onder wie de scooter in beslag werd genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 24] , bleek tussen 8 en 9 juni 2015 te zijn gestolen van [persoon 51] .
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 15 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 52] zijn scooter van het merk Piaggio, met kenteken [kenteken 25] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. In mei 2015 hadden twee jongens de scooter bezichtigd. Eén van de jongens had een proefrit gemaakt. Na afloop gaven de jongens aan geen interesse te hebben.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 6] op 29 mei 2015 de scooter met kenteken [kenteken 25] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving heeft plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden is [verdachte] door een verbalisant herkend als de persoon die samen met een andere persoon, mogelijk [medeverdachte 6] , bij de overschrijving aanwezig was. Op 3 juni 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 4 juni 2015 heeft [persoon 53] , de scooter met kenteken [kenteken 25] via marktplaats.nl gekocht voor
€ 2.400,-. Uit onderzoek naar het marktplaats account is gebleken dat aan dit account de gebruikersnaam ‘ [persoon 43] ’ was gekoppeld alsmede het e-mailadres [emailadres] . Onder [persoon 53] is de scooter in beslag is genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 26] , bleek tussen 1 en 2 juni 2015 te zijn gestolen van [persoon 54] .
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 16 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 55] zijn scooter van het merk Piaggio, met kenteken [kenteken 27] , te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op 28 mei 2015 hadden twee jongens de scooter bezichtigd in Beverwijk. [persoon 55] heeft verklaard dat de jongens de kentekenpapieren wilden bekijken. [persoon 55] heeft hierna niets meer van de jongens vernomen. Ten tijde van die bezichtiging had het telefoonnummer eindigend * [telefoonnummer 6] gebruik gemaakt van een zendmast in Beverwijk. Dit telefoonnummer behoort toe aan [medeverdachte 1] .
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 6] op 29 mei 2015 de scooter met kenteken [kenteken 27] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving had plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden is [verdachte] door een verbalisant herkend als de persoon die samen met een andere persoon, mogelijk [medeverdachte 6] , bij de overschrijving aanwezig was. Op 1 juni 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 3 juni 2015 heeft [persoon 56] , de scooter met kenteken [kenteken 27] via marktplaats.nl gekocht voor
€ 2.250,-. [persoon 56] heeft verklaard dat zij steeds contact had gehad met een jongen die zichzelf [persoon 43] noemde. Verder heeft [persoon 56] verklaard dat [persoon 43] is meegegaan naar het postkantoor om de scooter op haar naam over te laten schrijven. [persoon 43] had zich gelegitimeerd. Zij had daarvan een foto gemaakt. Deze foto zit in het dossier en op de foto is het paspoort van [verdachte] te zien.
Onder [persoon 56] werd de scooter in beslag genomen, die het voertuig op verzoek van de RDW had laten keuren. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De scooter, met origineel kenteken [kenteken 36] , bleek tussen 31 mei en 1 juni 2015 te zijn gestolen van [persoon 57] .
Op 7 juni 2015 werd een scooter voorzien van kenteken [kenteken 28] , op naam van [medeverdachte 1] , al rijdend aangetroffen met daarop twee mannen en twee vrouwen. In de buddyseat werd het kentekenbewijs van het kenteken [kenteken 36] aangetroffen.
Het oordeel van de rechtbank
Zoals hiervoor is beschreven is [verdachte] , in de zaaksdossiers 14, 15 en 16, bij de overschrijvingen van de kentekens in de Primera op 29 mei 2015 aanwezig geweest en heeft hij vervolgens voor deze kentekens duplicaat kentekenplaten aangevraagd. De rechtbank komt ten aanzien van zaaksdossier 16 tot de conclusie dat [verdachte] de scooter zelf heeft verkocht. Daarmee heeft [verdachte] zich ook schuldig gemaakt aan oplichting van de koper in zaaksdossier 16 (feit 2).
De kopers in de zaaksdossiers 14 en 15 hebben via het marktplaatsaccount met gebruikersnaam ‘ [persoon 43] ’ en e-mailadres [emailadres] de omgekatte scooters gekocht. Zoals bij zaaksdossier 13 al overwogen, gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] de gebruiker was van dit account en de contacten met kopers heeft gelegd. Daarmee heeft [verdachte] in belangrijke mate bijgedragen aan de verkoop van voertuigen en zich schuldig gemaakt aan medeplegen van oplichting van de kopers in deze zaaksdossiers (feit 2).
Door de duplicaatkentekenplaten aan te vragen heeft [verdachte] (zie 4.1.3.1) zich ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen (feit 3).
Ook staat vast, voor wat betreft zaaksdossier 16, dat [verdachte] de omgekatte scooter voorhanden heeft gehad, daarom kan heling (feit 3) in dat zaaksdossier ook worden bewezen. [verdachte] wordt vrijgesproken van heling in de zaaksdossiers 14 en 15, omdat niet kan worden vastgesteld dat [verdachte] de omgekatte voertuigen in deze dossiers daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 22 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 58] zijn motor van het merk Piaggio, met kenteken [kenteken 29] , op 25 juni 2015 te koop had aangeboden op marktplaats.nl. Op diezelfde dag werd hij door een man gebeld met het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 8] . Op 27 juni 2015 kwamen twee jongens de motor bezichtigen op de [filiaal] in Amsterdam. Eén van de mannen had het kentekenbewijs bekeken en de andere man het chassisnummer. [persoon 58] heeft [medeverdachte 3] bij een enkelvoudige fotoconfrontatie herkend als één van die mannen. Ten tijde van de bezichtiging heeft het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 8] , alsmede het nummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , gebruik gemaakt van een zendmast in de onmiddellijke omgeving van de [filiaal] in Amsterdam. Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer * [telefoonnummer 8] van 12 tot en met 15 mei 2015 gebruik heeft gemaakt van het IMEI-nummer eindigend op * [telefoonnummer 9] . Bij een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] is de telefoon aangetroffen met dit IMEI-nummer. Van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] is vastgesteld dat dit nummer net als nummer * [telefoonnummer 8] contact heeft gehad met [persoon 58] . [medeverdachte 3] zou de gebruiker zijn van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 5] , zo leidt de politie uit een ander politieonderzoek genaamd 13Atik af.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 29 juni 2015 de motor met kenteken [kenteken 29] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving heeft plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden is [medeverdachte 2] herkend als de persoon die de overschrijving heeft gedaan. Op 1 juli 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 8 juli 2015 heeft [persoon 59] , de motor met kenteken [kenteken 29] via marktplaats gekocht voor € 6.000,-. [persoon 59] had contact gehad met een persoon die gebruik maakte van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 10] . Uit onderzoek is gebleken dat dit telefoonnummer in de periode van 27 juni 2015 tot en met 12 juli 2015 in voornoemde telefoon met IMEI-nummer eindigend op * [telefoonnummer 9] had gezeten. Voorts is uit onderzoek gebleken dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] opvolgend op het nummer eindigend op * [telefoonnummer 10] in hetzelfde telefoontoestel zat, het telefoontoestel dat in de woning van [medeverdachte 1] is aangetroffen. De motor is op 8 juli 2015 in de Bruna in het filiaal [filiaal] overgeschreven op naam van [persoon 59] . [persoon 59] heeft verklaard dat de verkoper van de motor met hem was meegegaan naar het postkantoor. Op de camerabeelden van de Bruna is [medeverdachte 5] herkend als de verkoper van de motor.
[persoon 59] heeft de motor doorverkocht aan [persoon 60] , onder wie de motor in beslag is genomen. Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De motor, met origineel kenteken [kenteken 30] , bleek tussen 30 juni en 1 juli 2015 te zijn gestolen van [persoon 61] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de duplicaat kentekenplaat aangevraagd. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] met deze handeling een essentiële rol heeft vervuld in het verhullen van de herkomst van de (later) gestolen motor en het verhullen wie de rechthebbende van dat voertuig was (zie 4.1.3.1). Witwassen (feit 3) kan daarom worden bewezen.
Hoewel niet is vast te stellen dat [verdachte] feitelijk de omgekatte motor heeft verkocht, stelt de rechtbank dat [verdachte] , gezien de essentiële rol die hij in dit zaaksdossier heeft vervuld door het duplicaat kenteken aan te vragen, ook als medepleger van oplichting van [persoon 59] (feit 2) kan worden aangemerkt. De rechtbank komt tot het oordeel dat niet bewezen kan worden dat [verdachte] de omgekatte motor daadwerkelijk voorhanden heeft gehad, zodat [verdachte] ten aanzien van zaaksdossier 22 wordt vrijgesproken van heling (feit 3).
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 23 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 62] haar auto van het merk Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 31] , te koop heeft aangeboden op onder meer marktplaats.nl. Op 28 juni 2015 werd zij door een jongen gebeld met het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 10] . [persoon 62] heeft verklaard dat de jongen had gevraagd of zij in het bezit was van een papieren kentekenbewijs. Op 29 juni 2015 kwamen twee jongens de auto bezichtigen in Tilburg. Op verzoek van de jongens had [persoon 62] haar kentekenpapieren laten zien. De jongens wilden het serienummer van de kentekenpapieren vergelijken met het serienummer van de auto. [persoon 78] was bij de bezichtiging aanwezig en heeft naderhand bij een enkelvoudige fotoconfrontatie [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] herkend als de jongens die de auto hadden bezichtigd. Naar aanleiding van de foto van [medeverdachte 3] verklaarde hij; “Ja, ik herken hem. Hij had constant het woord. Zijn haar was iets anders. Aan de zijkanten was het opgeschoren en boven iets korter. Ik herken hem aan zijn ogen en zijn neus.” Aan [persoon 62] werden dezelfde foto’s getoond. Zij herkende [medeverdachte 1] niet. Bij de foto van [medeverdachte 3] verklaarde [persoon 62] : “Ik denk hem te herkennen. Maar ik weet het niet zeker.”
Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 10] in de periode van 27 juni 2015 tot en met 12 juli 2015 gebruik heeft gemaakt van het IMEI-nummer eindigend op * [telefoonnummer 9] . Voorts is uit onderzoek gebleken dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] opvolgend op het nummer eindigend op * [telefoonnummer 10] in hetzelfde telefoontoestel heeft gezeten. Bij een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] is een telefoon aangetroffen met het IMEI-nummer * [telefoonnummer 9] . In deze telefoon is een sms-je van [persoon 62] aangetroffen met de inhoud: “zou jij mij kunnen laten weten of je een keus hebt gemaakt”.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [verdachte] op 1 juli 2015 de auto met kenteken [kenteken 31] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving heeft plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden is [verdachte] door politieagenten herkend als de persoon die de overschrijving heeft gedaan. Op 6 juli 2015 heeft [verdachte] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 14 juli 2015 heeft [persoon 63] , de auto met kenteken [kenteken 31] via marktplaats.nl gekocht voor
€ 9.000,-. Uit onderzoek naar het marktplaats account is gebleken dat aan dit account de gebruikersnaam ‘de groote’ was gekoppeld alsmede het e-mailadres [emailadres] . [persoon 63] heeft contact gehad met een persoon, die zichzelf [persoon 64] noemde en die gebruik maakte van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 11] en * [telefoonnummer 4] . De auto is op 14 juli 2015 in de Bruna in het filiaal [filiaal] overgeschreven op naam van [persoon 63] . [persoon 63] heeft verklaard dat de verkoper van de auto met hem was meegegaan naar het postkantoor, daar was ook een tweede man aanwezig. Op de camerabeelden van de Bruna is [medeverdachte 5] door politieagenten herkend als één van de verkopers van de auto. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte 5] het geld van [persoon 63] heeft geteld en in zijn broek stopt. Middels een enkelvoudige fotoconfrontatie heeft [persoon 63] [verdachte] herkend als de tweede verkoper. [persoon 63] heeft verklaard dat hij van [verdachte] het paspoort heeft gezien en het kentekenbewijs van de auto.
Toen [persoon 63] die nacht op marktplaats.nl zocht naar mistlampen voor zijn nieuwe auto, kwam hij erachter dat zijn nieuwe auto, met hetzelfde kenteken, nog op marktplaats.nl te koop werd aangeboden. [persoon 63] heeft contact opgenomen met de verkoopster van de auto en zij vertelde hem dat haar auto nog voor haar deur stond. Onder [persoon 63] werd de auto in beslag genomen.
Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De auto, met origineel kenteken [kenteken 32] , bleek 29 juni 2015 te zijn gestolen van [persoon 65] .
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] heeft de tenaamstelling van de auto met kenteken [kenteken 31] gewijzigd en voor dit voertuig een duplicaat kentekenplaat aangevraagd. De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] met de aanvraag van de duplicaat kentekenplaat een essentiële rol heeft vervuld in het verhullen van de herkomst van de (later) gestolen auto en het verhullen wie de rechthebbende van dat voertuig was (zie 4.1.3.1). Ook staat vast dat [verdachte] de omgekatte auto voorhanden heeft gehad, omdat hij deze heeft aangeboden en verkocht. Heling en witwassen (feit 3) kan daarom worden bewezen.
Uit de hiervoor beschreven inhoud van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [verdachte] samen met [medeverdachte 5] feitelijk de omgekatte auto heeft verkocht. [verdachte] kan dan ook als medepleger van oplichting van [persoon 63] (feit 2) worden aangemerkt. De auto stond op naam van [verdachte] , [verdachte] is herkend door [persoon 63] als één van de verkopers en [persoon 63] heeft via het marktplaatsaccount met gebruikersnaam ‘de groote’ en e-mailadres [emailadres] de omgekatte auto gekocht.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van zaaksdossier 24 van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Uit de stukken is gebleken dat [persoon 66] zijn driewielige motor, van het merk Piaggio met kenteken [kenteken 33] , op 8 juli 2015 te koop heeft aangeboden op marktplaats.nl. Op 8 juli 2015 werd hij door een man gebeld met het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 8] . [persoon 66] heeft verklaard dat de man onder meer had gevraagd of hij in het bezit was van een papieren kentekenbewijs. Op 9 juli 2015 kwamen twee mannen de motor bezichtigen in Purmerend. Het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 6] heeft ten tijde van die bezichtiging uitgepeild in Purmerend. Dit telefoonnummer behoort toe aan [medeverdachte 1] . Op verzoek van de mannen had [persoon 66] de kentekenpapieren laten zien. De mannen wilden nakijken of het chassisnummer overeenkwam met het kentekenbewijs. [persoon 66] heeft er na deze bezichtiging voor gekozen om zijn motor te laten verkopen door een bedrijf, genaamd [bedrijf 2] . [persoon 66] heeft verklaard dat hij door [bedrijf 2] gebeld werd met de mededeling dat een potentiële koper in de winkel was, genaamd [getuige] , die in Amsterdam Noord via marktplaats.nl op 11 juli 2015 een zelfde motor met hetzelfde kenteken, te weten [kenteken 33] heeft bezichtigd, maar dat op dit kenteken een ophoogcode stond.
Getuige [getuige] , die een driewielige motor wilde kopen, heeft contact gehad met een man die zich [persoon 67] noemde en gebruik maakte van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 12] . [getuige] heeft verklaard dat zij niet tot de koop was overgegaan omdat er geen alarmkastje op de motor zat en de ‘masterkey’ ontbrak. Op 13 juli 2015 werd [getuige] gebeld door het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] waarbij werd medegedeeld dat de verkoper de originele sleutel van het voertuig had. Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 4] van 13 juli 2015 tot en met 14 juli 2015 gebruik heeft gemaakt van de telefoon met IMEI-nummer eindigend op * [telefoonnummer 9] . Bij een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] is de telefoon aangetroffen met het IMEI-nummer * [telefoonnummer 9] .
Op 14 juli 2015 heeft [getuige] een sms-bericht ontvangen van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer 11] met de inhoud “4500”. Op een foto die de politie hen toonde hebben [getuige] en haar vriend [verdachte] beiden herkend als de man die hen de motor te koop had aangeboden.
Uit informatie van het LIV is gebleken dat [medeverdachte 2] op 9 juli 2015 de motor met kenteken [kenteken 33] op zijn naam heeft gesteld. Deze overschrijving heeft plaatsgevonden bij de Primera op het [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden van de Primera is [medeverdachte 2] door een politieagent herkend als de persoon die de overschrijving heeft gedaan. Op 11 juli 2015 heeft [medeverdachte 2] een duplicaat kentekenplaat voor dit kenteken aangevraagd.
Op 28 juli 2015 heeft [persoon 68] de motor met kenteken [kenteken 33] via marktplaats.nl gekocht voor
€ 4.600,-. De adverteerder was genaamd ‘ [persoon 67] ’ en maakte gebruik van de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 12] en * [telefoonnummer 13] . [persoon 68] had aan ‘ [persoon 67] ’ gevraagd waarom het stuurslot niet goed op zijn plaats zat. ‘ [persoon 67] ’ zei dat er was geprobeerd om de motor te stelen. Daarom had de motor ook een duplicaatcode op het kentekenplaat. De overschrijving vond plaats in de Primera in het filiaal [filiaal] te Amsterdam. Op de camerabeelden van de Primera is [medeverdachte 5] door politieagenten herkend als de verkoper van de motor. Onder [persoon 68] is de motor in beslag genomen.
Uit onderzoek bleek dat het VIN niet door de fabrikant was aangebracht. De motor, met origineel kenteken [kenteken 34] , bleek te zijn gestolen van [persoon 69]
Het oordeel van de rechtbank
[verdachte] is door [getuige] en haar vriend door middel van een enkelvoudige fotoconfrontatie herkend als de man die hen de, naar later bleek, omgekatte motor te koop had aangeboden. De rechtbank heeft onder 4.1.3.3 geoordeeld dat een dergelijke herkenning alleen als aanvullend bewijs mag worden gebruikt voor het aantonen van de betrokkenheid van een verdachte bij een strafbaar feit. Nu dit zaaksdossier geen aanvullend bewijs bevat, acht de rechtbank de herkenningen onvoldoende om tot bewijs te komen van de in dit zaaksdossier ten laste gelegde feiten 2 en 3. De rechtbank spreekt [verdachte] dan ook vrij van deze feiten.