ECLI:NL:RBAMS:2017:9869

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
4 januari 2018
Zaaknummer
6216553 CV EXPL 17-18290
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling openstaande rekening en incassokosten door patiënte aan tandartsen van ACTA

In deze zaak vorderde het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) betaling van een openstaande rekening van € 1.628,17 en incassokosten van € 336,03 van een patiënte, [gedaagde]. De kantonrechter heeft op 15 december 2017 uitspraak gedaan. ACTA had diverse tandheelkundige behandelingen uitgevoerd, waarvoor de patiënte slechts een deel van de factuur had voldaan. De patiënte voerde aan dat zij zich mishandeld voelde door de behandelingen en dat zij al veel meer had betaald dan het gevorderde bedrag. Ze stelde dat de behandelingen niet goed waren uitgevoerd en dat ze zich als proefkonijn voelde. De kantonrechter oordeelde dat ACTA had voldaan aan haar zorgplicht en dat de patiënte niet had aangetoond dat er fouten waren gemaakt. De vordering van ACTA werd toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van de patiënte werd afgewezen. De patiënte werd veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de wettelijke rente en de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 6216553 CV EXPL 17-18290
vonnis van: 15 december 2017

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e
het rechtspersoonlijkheid bezittende samenwerkingsinstituut Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA)
gevestigd te Amsterdam
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
nader te noemen: ACTA
gemachtigde: A. Niekus
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter heeft acht geslagen op de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 31 juli 2017 met producties;
- proces-verbaal van mondeling antwoord, met eis in reconventie;
- instructievonnis;
- dagbepaling comparitie;
- akte vermindering van eis;
- conclusie van antwoord in reconventie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 15 november 2017. Voor ACTA zijn [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] (gerechtsdeurwaarder) verschenen. [gedaagde] is in persoon verschenen. ACTA heeft op voorhand een akte vermindering van eis ingediend en ter zitting heeft zij nog een productie overgelegd. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] heeft op 9 december en 21 december 2011, 3 september, 8 oktober en 29 oktober 2014 diverse tandheelkundige behandelingen ondergaan bij ACTA. [gedaagde] is op 3 februari 2015, zonder annulering, niet verschenen op een afspraak.
1.2.
ACTA heeft in totaal € 1.851,37 aan [gedaagde] gefactureerd. [gedaagde] (of haar zorgverzekering) heeft van dit bedrag € 223,20 betaald.
1.3.
Bij brief van 22 juni 2017 heeft ACTA [gedaagde] gesommeerd om het op dat moment openstaande bedrag € 1.851,37, uiterlijk binnen veertien dagen vanaf de dag nadat de brief bij haar was bezorgd te voldoen, bij gebreke waarvan [gedaagde] een bedrag van € 336,03 aan buitengerechtelijke kosten verschuldigd zou worden.
1.4.
[gedaagde] heeft niet aan deze sommatie voldaan.

In conventie

2. ACTA vordert –na vermindering van eis dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 1.628,17 aan hoofdsom;
b. € 336,03 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 19 maart 2015 tot de voldoening;
d. de proceskosten.
3. ACTA stelt hiertoe, kort samengevat, dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] diverse tandheelkundige behandelingen heeft geleverd. [gedaagde] is volgens ACTA gehouden om daarvoor te betalen.
4. [gedaagde] voert aan dat zij zich mishandeld voelt door ACTA. Zij heeft al een veelvoud betaald van het in deze procedure gevorderde bedrag. Zij vindt dat zij daarom niets meer aan ACTA hoeft te betalen. De behandeling zou volgens ACTA definitief zijn. Haar hele mond lag echter open als gevolg van de behandelingen omdat deze niet goed zijn uitgevoerd. Er is van alles in haar mond afgebroken, kronen en implantaten. Elke keer krijgt [gedaagde] als tandarts één of andere leerling uit het buitenland toegewezen. Zij voelde zich een proefkonijn, aldus [gedaagde] .

In reconventie

5. Omdat de behandelingen niet goed zijn gegaan vindt [gedaagde] dat ACTA de problemen aan haar gebit kosteloos moet oplossen. Zij stelt om die reden een tegenvordering in.
6. ACTA heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering.

Beoordeling

In conventie en reconventie

7. Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze tezamen worden beoordeeld.
8. Tussen partijen is een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand gekomen op grond waarvan ACTA diverse tandheelkundige behandelingen bij [gedaagde] heeft verricht. [gedaagde] heeft de facturen die ACTA in dit verband heeft gestuurd van in totaal € 1.851,37 (gedeeltelijk) onbetaald gelaten. De vraag die moet worden beantwoord is of [gedaagde] gehouden is om de kosten voor de behandelingen te voldoen.
9. Ter beoordeling ligt, gelet op het door [gedaagde] gevoerde verweer, voor of de behandelaars van ACTA bij uitvoering van de behandelingsovereenkomst de zorg hebben betracht die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht, oftewel of ACTA heeft voldaan aan haar zorgplicht zoals neergelegd in artikel 7:453 BW. Als uitgangspunt bij deze beoordeling heeft te gelden dat het aan [gedaagde] is om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, die leiden tot de vaststelling dat ACTA toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van voornoemde zorgplicht.
10. [gedaagde] heeft in dit verband aangevoerd dat de bij haar geplaatste kronen zijn gebroken en dat als gevolg daarvan ook implantaten uit haar kaak verwijderd moesten worden ACTA heeft als reactie op dit verweer gesteld dat er door haar tijdelijke kronen zijn geplaatst en dat deze tijdelijk kronen binnen afzienbare tijd vervangen hadden moet worden door definitieve kronen. [gedaagde] is volgens ACTA daarop gewezen maar zij heeft desalniettemin om financiële redenen geen definitieve kronen laten plaatsen. ACTA heeft gemotiveerd betwist dat er fouten zijn gemaakt bij de behandeling van [gedaagde] . [gedaagde] heeft er volgens ACTA zelf voor gekozen om tijdelijke kronen niet te laten vervangen en daarmee het risico aanvaard dat deze na verloop van tijd kapot zouden gaan. Zij verwijst voorts naar een overzicht van annuleringen. In de periode 7 maart 2011 tot en met 20 januari 2015 heeft [gedaagde] maar liefst 18 keer een afspraak geannuleerd. Ook om die reden heeft de geplande vervanging van de tijdelijke kronen niet plaats kunnen vinden. Met betrekking tot de buitenlandse tandartsen stelt ACTA dat alle behandelingen uitgevoerd zijn door afgestudeerde tandartsen. Deze tandartsen werken in een specialisatietraject onder begeleiding van ervaren en erkende implantologen en/of pardontologen. Een aantal van deze tandartsen komt uit het buitenland vanwege de goede reputatie van ACTA als opleidingsinstituut.
11. De nadere stellingname van ACTA is niet door [gedaagde] weersproken. Tegenover de betwisting door ACTA, heeft [gedaagde] onvoldoende aangetoond dat ACTA tekort is geschoten in de nakoming van de zorgplicht. Dit leidt tot toewijzing van de vordering in conventie. De vordering in reconventie wordt afgewezen nu niet is komen vast te staan dat ACTA bij de behandeling van [gedaagde] fouten heeft gemaakt die zij kosteloos zou moeten verhelpen.
12. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten komt niet (volledig) voor toewijzing in aanmerking, nu [gedaagde] de hoofdsom gedeeltelijk heeft voldaan en ACTA niet heeft gesteld wanneer de door de [gedaagde] verrichte betaling heeft plaatsgevonden. Dit betekent in geval van gedeeltelijke betaling dat de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten naar rato worden toegewezen.
13. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast. De proceskosten in reconventie worden op nihil gesteld.

BESLISSING

De kantonrechter:
In conventie
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan ACTA van:
- € 1.628,17 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart de vervaldata van de factuur tot aan de voldoening;
- € 295,51 aan buitengerechtelijke incassokosten (incl. btw);
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van ACTA begroot op:
exploot € 100,40
salaris € 300,00
griffierecht € 470,00
-----------------
totaal € 870,40
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
In reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding aan de zijde van ACTA gevallen, tot heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.