ECLI:NL:RBAMS:2017:9802

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 december 2017
Publicatiedatum
28 december 2017
Zaaknummer
C/13/640957 FT RK 17.2525
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tot hervatting van energielevering op basis van schuldsanering

In deze zaak heeft verzoekster, geboren in 1970, een verzoek ingediend tot het geven van een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw, met als doel de energielevering door Nuon te hervatten. Verzoekster had eerder een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend en Nuon had haar energievoorziening afgesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Nuon, ondanks een aanbod in het kader van een minnelijk schuldhulpverleningstraject, de energielevering niet had hervat. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde voorziening spoedeisend was en dat het gerechtvaardigd was om deze toe te wijzen zonder Nuon voorafgaand te horen. De rechtbank heeft bepaald dat de toewijzing van de voorziening onder de voorwaarde staat dat verzoekster haar lopende verplichtingen nakomt. Indien verzoekster niet tijdig aan deze verplichtingen voldoet, kan Nuon opnieuw overgaan tot afsluiting van de energievoorziening. De beslissing van de rechtbank houdt in dat Nuon wordt geboden de energielevering aan verzoekster te hervatten voor een periode van twee maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de voorziening vervalt als verzoekster haar verplichtingen niet nakomt of als het verzoek tot schuldsanering wordt ingetrokken of niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaak- / rekestnummer: C/13/640957 FT RK 17.2525
beschikking 28 december 2017

voorlopige voorziening (artikel 287b Fw)

In de zaak van:

[verzoekster] ,

geboren op [verzoekster] 1970 te [geboorteplaats] , [geboorteland] ,
wonende te [adresgegevens] ,
- hierna te noemen: verzoekster,
heeft verzoekster tegelijk met het verzoek tot toepassing tot de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het geven van een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Fw. Voorts heeft zij een verzoek tot het uitspreken van een dwangakkoord zoals bedoeld in artikel 287a Fw ingediend.
Het verzoek ex artikel 287 lid 4 Fw strekt ertoe Nuon – die verzoekster reeds enige tijd gelden van energievoorziening heeft afgesloten – te gebieden de levering van energie te hervatten.
Blijkens de toelichting bij artikel 287 lid 4 Fw moet genoemd artikel (ook) zo begrepen worden, dat aansluiting gezocht kan worden bij artikel 10 van de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van gas en elektriciteit. Dat artikel luidt als volgt.
1. Een vergunninghouder draagt er zorg voor dat de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kleinverbruiker een bewijs overlegt:
a. dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist of totdat de schuldhulpverlening eindigt;
b. dat de vordering van de vergunninghouder wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.
2. Een netbeheerder draagt er zorg voor dat het transport van elektriciteit of gas naar een kleinverbruikers dat wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kleinverbruiker een bewijs overlegt dat de vordering van de netbeheerder wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.
Uit de genoemde toelichting volgt derhalve, dat artikel 287 lid 4 Fw (alsmede artikel 287b Fw) voorziet in de mogelijkheid een energieleverancier onder omstandigheden te gebieden de levering van energie te hervatten.
Blijkens de door de beschermingsbewindvoerder van verzoekster verstrekte toelichting bij het verzoek heeft Nuon ingestemd met een in het kader van een minnelijk schuldhulpverleningstraject gedaan aanbod. Daarmee is sprake van de in artikel 10 van de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van gas en elektriciteit vereiste omstandigheden. Nuon heeft echter, ondanks verzoeken daartoe zijdens de beschermingsbewindvoerder, de energielevering niet uit eigen beweging hervat, maar heeft te kennen gegeven daartoe pas te zullen overgaan als alle schuldeisers hun instemming aan de minnelijke regeling hebben gegeven.
Gelet op het verzoek en de onderliggende stukken is de rechtbank van oordeel dat de gevraagde voorziening bovendien spoedeisend is en – gezien de verzoeken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en dwangakkoord, met het oog op het daarmee te bereiken doel – gerechtvaardigd. Gelet op de spoedeisendheid van het verzoek zal de rechtbank overgaan tot toewijzing zonder Nuon voorafgaand te hebben gehoord.
De rechtbank wijst er op dat aan de toewijzing van de gevraagde voorziening de voorwaarde is verbonden dat de lopende verplichtingen worden nagekomen. Dit houdt in dat de lopende termijnen, te beginnen met de eerstvolgende termijn, op het in de overeenkomst genoemde tijdstip dienen te worden betaald. Wanneer de lopende termijnen niet tijdig en/of niet volledig worden betaald vervalt deze voorziening en kan Nuon (in beginsel zonder rechterlijke tussenkomst) opnieuw overgaan tot afsluiting van energievoorziening. De overeenkomst wordt ingevolge artikel 304 Fw voor de duur van deze voorziening voortgezet danwel hervat.
Hoewel de wetgever bij de formulering van artikel 304 Fw alleen over de leverancier van gas, water en elektra spreekt moet die bepaling naar de strekking zo worden gelezen dat gedurende de periode waarin het de leverancier verboden is de leveranties op te schorten of te staken in beginsel op de netbeheerder de verplichting rust de energie te transporteren.
Voor de behandeling van het verzoek dwangakkoord zullen separaat oproepen worden verzonden. Op dat verzoek, alsmede (eventueel) op het subsidiaire verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling zal bij afzonderlijk vonnis worden beslist.
Een en ander leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

De rechtbank:
- gebiedt Nuon de leverantie van energie aan verzoekster te hervatten;
- bepaalt dat genoemde voorziening geldt voor de duur van twee maanden, waarna door verzoekster verlenging van de duur van de voorziening kan worden verzocht;
- bepaalt dat genoemde voorziening in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingetrokken, niet-ontvankelijk wordt verklaard dan wel de beslissing op het verzoek in kracht van gewijsde is gegaan;
- bepaalt dat genoemde voorziening eveneens vervalt wanneer verzoekster niet tijdig de lopende verplichtingen uit de rechtsverhouding waar de voorlopige voorziening betrekking op heeft nakomt.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.F. Korthals Altes en in raadkamer uitgesproken op 28 december 2017 om 10:00 uur.