ECLI:NL:RBAMS:2017:9779

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 december 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
13/684044-16 (38s Sr)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel na tussentijdse toets

De Rechtbank Amsterdam heeft op 14 december 2017 de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde beoordeeld. De ISD-maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 4 mei 2016 voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder eerdere vonnissen en verzoeken tot toetsing van de voortgang van de maatregel. De raadsvrouw van de veroordeelde, mr. S. Bijl, heeft in openbare raadkamer gepleit voor voortzetting van de maatregel, waarbij zij de positieve ontwikkelingen van de veroordeelde heeft toegelicht. De veroordeelde heeft recent een huurcontract getekend en is bezig met zijn re-integratie, maar heeft nog geen uitkering en heeft financiële ondersteuning nodig voor zijn woning. De deskundige J.M. Babel heeft bevestigd dat de veroordeelde in positieve zin is veranderd en dat er nog stappen gezet moeten worden voor zijn volledige re-integratie. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de voortzetting noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van recidive. De rechtbank heeft besloten dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voorgezet tot 4 mei 2018.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/684044-16 (tussentijdse toets)
BESCHIKKING
De rechtbank Amsterdam heeft op 4 mei 2016 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting [P.I.] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2016;
  • de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2016, waarbij na een tussentijdse toetsing is beslist dat de ISD-maatregel dient te worden voorgezet;
  • het verzoek ex artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van raadsvrouw mr. S. Bijl van 13 september 2017 tot toetsing van de voortgang van de ISD-maatregel;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 21 november 2017;
  • een ongedateerd verslag van de Penitentiaire Inrichting [P.I.] (hierna: P.I.);
  • een brief van de coördinator van [bedrijf] van 12 december 2017.
De rechtbank heeft op 14 december 2017 de officier van justitie mr. W.J. de Graaf, veroordeelde, diens raadsvrouw mr. S. Bijl, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige J.M. Babel, in openbare raadkamer gehoord.

Beoordeling

In het verzoek ex artikel 38s Sr heeft de raadsvrouw gevraagd de voortgang van de ISD-maatregel te toetsen. In openbare raadkamer heeft de raadsvrouw verzocht de ISD-maatregel niet op te heffen. Zij heeft dat als volgt toegelicht.
Veroordeelde zit in de derde fase van de ISD-maatregel. Het vinden van een woning verliep in de periode voor het indienen van het verzoek moeizaam en dat zorgde voor frustraties. Het vinden van huisvesting is inmiddels gelukt. Hij heeft vanmorgen, voor de behandeling in openbare raadkamer een huurcontract getekend. Via de stichting [naam stichting 1] en met bemiddeling van het klusbedrijf waarvoor hij werkt, heeft hij voor een periode van 3 maanden een woning gehuurd op de [adres] . Deze periode kan met maximaal 3 maanden worden verlengd. Na deze periode moet veroordeelde op zoek naar eigen woonruimte. De einddatum van de ISD-maatregel moet zijn 4 mei 2018, aangezien de officier van justitie en ik direct na de uitspraak op 4 mei 2016 bij de centrale balie afstand hebben gedaan van het recht van hoger beroep. Veroordeelde verdient geen geld bij het klusbedrijf. Hij heeft nog geen uitkering en geen geld om deze woning in te richten. Daarvoor heeft hij een voorschot nodig.
De veroordeelde heeft in openbare raadkamer onder meer het volgende verklaard.
Ik voel me nu een ander mens en geen crimineel meer. Ik ben meer meegaand geworden en gedraag mij anders. Ik moet mij onthouden van harddrugs. Het is niet gemakkelijk om na 30 jaar abstinent te blijven. Ik mag cannabis blijven gebruiken van stichting [naam stichting 1] . Bij het klusbedrijf gaat het goed. Dat geeft mij energie en vertrouwen.
In openbare raadkamer van 14 december 2017 heeft de deskundige J.L. Babel onder meer het volgende verklaard.
Veroordeelde is in positieve zin veranderd. De huisvesting was een probleem, maar de stichting [naam stichting 1] wilde hem een kans geven. Hier zijn voorwaarden aan verbonden, zoals het houden van toezicht door de reclassering en het aanvragen van een uitkering bij de DWI. De behandeling bij de psycholoog kan via [verslavingszorg] worden voortgezet. Veroordeelde mag bij [bedrijf] in [plaats 2] blijven werken en zijn reiskosten worden vergoed door de werkgever. Er is nog geen uitkering aangevraagd. Er moet eerst nog op korte termijn een afspraak worden gemaakt met de DWI voor een intake. Veroordeelde kan maximaal 6 maanden verblijven in de woning van [naam stichting 1] . Hij is voor de daarop volgende periode aangemeld bij de [naam stichting 2] .
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
Het gaat de goede kant op met veroordeelde, maar er moeten nog enkele stappen worden gezet om de ISD-maatregel af te ronden. De einddatum zal, gelet op wat de raadsvrouw naar voren heeft gebracht, 4 mei 2018 zijn.
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht vandaag een beslissing te nemen op het verzoek.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 Sr is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van verdachte.
Op grond van de hierboven genoemde stukken en het verhandelde in openbare raadkamer kan worden vastgesteld dat het traject van veroordeelde positief is verlopen en dat hij daarvoor zijn best heeft gedaan. Binnen het kader van de ISD-maatregel heeft veroordeelde hulp en begeleiding gekregen bij het vinden van een woning, de behandeling van zijn verslaving en zijn werk bij [bedrijf] .
De deskundige, tevens casemanager van veroordeelde, heeft toegezegd de regie te nemen over de resterende zaken die nog moeten worden geregeld, waaronder het aanvragen van een uitkering bij de DWI.
De rechtbank is van oordeel dat veroordeelde op de goede weg is en de rechtbank gunt hem de positieve ontwikkeling die hij vanuit de ISD-maatregel doormaakt in stand te houden. Het is voor de veroordeelde van groot belang dat hij gedurende deze laatste fase van de ISD-maatregel wordt begeleid bij de overgang naar een zelfstandige woonvorm en bij zijn herintreding in de samenlevering.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voorgezet.
Deze beschikking is gegeven door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. A.M.F. Huigen en L. Dolfing, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier
en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 14 december 2017.