Op 12 december 2017 heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een ontnemingszaak met parketnummer 13/665224-17. De vordering van de officier van justitie, ingediend op 2 november 2017, betreft het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor diefstal met een valse sleutel. De officier van justitie heeft het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 1.261,32, gebaseerd op aangiften en bankafschriften van het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en vastgesteld dat de veroordeelde dit bedrag aan de Staat moet betalen. De rechtbank heeft de hoogte van het bedrag onderbouwd met bewijsstukken, waaronder bankafschriften die de transacties van de veroordeelde aantonen. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.