Op 1 september 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1958 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De verdachte was gedetineerd en werd beschuldigd van diefstal van acht stukken biefstuk uit een Jumbo-winkel in Amsterdam op 22 mei 2017. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na het onderzoek op de terechtzitting. De officier van justitie, mr. K.F.E. den Hartog, vorderde bewezenverklaring van de diefstal, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte voldoende bewijs boden voor de bewezenverklaring van de diefstal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke misdrijven en dat er geen omstandigheden zijn die haar strafbaarheid uitsluiten. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, wat de rechtbank heeft gevolgd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte, gezien haar criminele verleden en de ernst van de feiten, een gevaar vormt voor de maatschappij en dat een ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft de maatregel opgelegd voor de maximale termijn van twee jaar, zonder de tijd in voorlopige hechtenis in mindering te brengen.
De beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 43a en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en haar veroordeeld tot de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren.