ECLI:NL:RBAMS:2017:9338

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 augustus 2017
Publicatiedatum
14 december 2017
Zaaknummer
13/654057-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van diefstal met braak en poging tot diefstal

Op 17 augustus 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 april 2017 in Amsterdam een woning heeft geprobeerd binnen te dringen met het oogmerk van diefstal. De verdachte werd op heterdaad betrapt door de politie, nadat de eigenaar van de woning, die zich op dat moment in Londen bevond, via bewakingscamera's had gezien dat er iemand in zijn woning was. De politie trof de verdachte aan in de slaapkamer, waar hij zich had verstopt. Bij zijn aanhouding werd een blauwe rugtas met daarin twee camera's en een geldbedrag van € 980 aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich toegang tot de woning had verschaft door middel van braak, en dat hij met de intentie om te stelen in de woning was geweest. De rechtbank achtte de voltooide diefstal van het geld bewezen, maar oordeelde dat er geen sprake was van voltooide diefstal van de rugtas en camera's, omdat deze goederen nog niet uit de beschikkingsmacht van de eigenaar waren gehaald. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank overwoog dat woninginbraken ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers en dat de verdachte recidivist was op het gebied van woninginbraken.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/654057-17 (Promis)
Datum uitspraak: 17 augustus 2017
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [GBA] ,
gedetineerd in het Huis van Bewaring [naam huis van bewaring] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 augustus 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.W.M. van der Linde en van wat verdachte en zijn raadsman mr. I.J.G. Raab van Canstein naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 22 april 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen onder andere- een fotocamera (merk: Fuji) en/of daarbij behorende fotografie accessoires en/of - een camera (merk: Netgear) en/of - een geldbedrag van 980 euro (in elk geval 530 euro) en/of - buitenlands geld en/of - een (Crumpet) rugtas, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming te weten door het forceren van het kozijn en/of raam van de (slaap)kamer van de woning met een (op een) koevoet (lijkend voorwerp) en/of een breekijzer en/of een fietsenstandaard;
en/of
hij op of omstreeks 22 april 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan de [adres] weg te nemen onder andere - een fotocamera (merk: Fuji) en/of daarbij behorende fotografie accessoires en/of - een camera (merk: Netgear) en/of - een geldbedrag van 980 euro (in elk geval 530 euro) en/of - buitenlands geld en/of - een (Crumpet) rugtas, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming te weten door het forceren van het kozijn en/of raam van de (slaap)kamer van de woning met een (op een) koevoet (lijkend voorwerp) en/of een breekijzer en/of een fietsenstandaard, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 22 april 2017 heeft aangever [benadeelde] (hierna: [benadeelde] ), die zich in Londen bevond, op bewakingsbeelden op zijn iPad gezien dat iemand in zijn woning in Amsterdam was en heeft hij onmiddellijk de politie gebeld. Toen politieagenten ter plaatse kwamen, zagen zij braaksporen bij een slaapkamerraam. De politieagenten gingen deze slaapkamer binnen en troffen verdachte hurkend naast het bed aan. De politieagenten zagen dat de hele slaapkamer overhoop was gehaald. Toen de politieagenten verdachte wilden aanhouden, rende hij naar een andere slaapkamer. De politieagenten hebben verdachte uiteindelijk daar aangehouden. Naast verdachte is een blauwe rugtas met daarin twee camera’s en verschillende camera-accessoires aangetroffen. Bij de fouillering hebben de politieagenten in de binnenzak van verdachte een geldbedrag van € 980 en buitenlands geld aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij zelf € 450 op zak had.
Bij het zien van een foto van de blauwe rugtas met inhoud heeft [benadeelde] bevestigd dat deze goederen van hem zijn. Op 24 april 2017 heeft [benadeelde] aangifte gedaan van diefstal van een Crumpet rugtas, Fuji x-pro2 camera, Fuji 23mm lens, Fuji l6mm lens, Fuji oplader, Fuji 18-55mm lens, Netgear camera, 530 euro, 60 pond en overige losse buitenlandse munten en biljetten. [benadeelde] heeft verklaard het huis slotvast en in goede staat te hebben afgesloten.
Op 22 april 2017 heeft een politieagent de camerabeelden van [benadeelde] bekeken, waarop onder meer te zien is dat verdachte met een op een breekijzer lijkend voorwerp in zijn hand door de woonkamer liep. Op 23 april 2017 heeft een politieagent een fietsenstandaard aangetroffen in een wasmand van [benadeelde] .
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij in het huis van [benadeelde] was met de bedoeling om de spullen weg te nemen, maar dat dit niet is gelukt omdat hij al door de politie in de woning was aangehouden. Ook heeft hij verklaard dat hij een fietsenstandaard had gevonden in de patio en deze mee heeft genomen toen hij de woning heeft betreden, maar dat hij hiermee niet het slaapkamerraam heeft geforceerd.
4.2.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de voltooide diefstal met braak, zoals ten laste gelegd onder het eerste alternatief, op grond van de camerabeelden van [benadeelde] , de bevindingen van de politieagenten ter plaatse, de aangifte van [benadeelde] en de verklaring van verdachte op zitting. Ten aanzien van het geldbedrag heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat niet € 980, maar € 530 is weggenomen.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht zijn cliënt vrij te spreken van de voltooide diefstal met braak, zoals ten laste gelegd onder het eerste alternatief, en heeft gesteld dat sprake is van poging diefstal met braak dan wel insluiping, zoals ten laste gelegd onder het tweede alternatief.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de diefstal van het geldbedrag
Verdachte is aangetroffen met geld in de binnenzak van zijn jas, dat niet van hem was. Doordat verdachte het geldbedrag in zijn binnenzak had en dit pas tijdens zijn fouillering op het politiebureau – en dus buiten de woning van de eigenaar – is aangetroffen, heeft hij hier als heer en meester over kunnen beschikken. Verdachte hoefde immers geen andere
(wegnemings-)handeling te verrichten om het geld onder zich te krijgen. De rechtbank acht aldus de voltooide diefstal van het geld bewezen. Gelet op de aangifte en de verklaring van verdachte gaat de rechtbank uit van een geldbedrag van € 530 en ‘buitenlands geld’.
Ten aanzien van de diefstal van de rugtas met inhoud
Verdachte heeft de fotocamera en de bijbehorende accessoires verzameld in de rugtas met de bedoeling om deze weg te nemen uit de woning. Naar het oordeel van de rechtbank levert dit echter nog geen voltooide diefstal op. Verdachte heeft immers geen kans gezien om de rugtas met inhoud uit de woning mee te nemen. Van een voltooide diefstal van deze goederen was op dat moment nog geen sprake. De genoemde goederen waren nog niet zodanig uit de beschikkingsmacht van de eigenaar en ín de beschikkingsmacht van verdachte gekomen dat hij al als heer en meester over die goederen kon beschikken. De rechtbank zal daarom ten aanzien van de rugtas met inhoud de poging tot diefstal bewezen verklaren.
Braak
Verdachte heeft buiten een fietsstandaard gevonden en die mee naar de woning van [benadeelde] genomen, hetgeen wordt bevestigd door de beveiligingsbeelden. Op het raamkozijn zijn braaksporen aangetroffen en [benadeelde] heeft verklaard dat hij de woning deugdelijk heeft afgesloten. Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan ook niet anders dan dat verdachte de standaard heeft gebruikt om het kozijn te forceren om zich op die manier de toegang tot de woning te verschaffen.
Conclusie
De rechtbank acht de voltooide diefstal met braak bewezen ten aanzien van het geldbedrag van € 530 en het buitenlandse geld, zoals hierna in rubriek 5 is genoemd. De rechtbank acht de poging tot diefstal met braak bewezen ten aanzien van de Crumpet rugtas, de twee fotocamera’s en de daarbij behorende fotografie accessoires, zoals hierna in rubriek 5 is genoemd.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 22 april 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [adres] heeft weggenomen - een geldbedrag van 530 euro en- buitenlands geld, toebehorende aan [benadeelde] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming te weten door het forceren van het kozijn en/of raam van de slaapkamer van de woning met een fietsenstandaard
en
op 22 april 2017 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [adres] weg te nemen onder andere - een fotocamera (merk: Fuji) en daarbij behorende fotografie accessoires en - een camera (merk: Netgear) en een (Crumpet) rugtas, toebehorende aan
[benadeelde] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming te weten door het forceren van het kozijn en/of raam van de slaapkamer van de woning met een fietsenstandaard.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Er is sprake van eendaadse samenloop. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis te laten overstijgen, hetgeen in overeenstemming is met de uitgangspunten uit de LOVS.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Woninginbraken veroorzaken materiële schade en hinder aan de benadeelden. Daarnaast worden de bewoners in hun persoonlijke levenssfeer aangetast, nu een woning bij uitstek een plaats is waar men zich veilig hoort te kunnen voelen. Bovendien brengt dit soort feiten in het algemene gevoelens van onbehagen en onveiligheid in de samenleving teweeg. Gebleken is dat de woning van aangever geheel overhoop lag nadat verdachte binnen was geweest. Verdachte heeft er door zijn handelen blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen en heeft zich enkel leiden door financieel gewin.
Uit een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte is gebleken dat verdachte sinds 2004 veelvuldig en regelmatig is veroordeeld voor woninginbraken en pogingen daartoe. De rechtbank ziet aanleiding om bij de strafoplegging uit te gaan van de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Volgens deze oriëntatiepunten is bij woninginbraak in geval van recidive een gevangenisstraf van vijf maanden het uitgangspunt. De rechtbank ziet geen aanleiding hiervan af te wijken, ook niet nu ten aanzien van een deel van de goederen het bij een poging is gebleven.

9.Beslag

Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
 Itemnummer 5382745 – 1 STK Zaktelefoon SAMSUNG
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen voorwerp te bewaren ten behoeve van de rechthebbende.
Niet is komen vast te staan aan wie de onder verdachte in beslag genomen telefoon toebehoort. De rechtbank zal het goed daarom bewaren ten behoeve van de rechthebbende.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 55 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Eendaadse samenloop van:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
en
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
Veroordeelt verdachte,
[verdachte], tot
een gevangenisstrafvan
5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelastde
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan:
 Itemnummer 5382745 – 1 STK Zaktelefoon SAMSUNG
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. L.R. Wisse en M.T.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.L. Lugthart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 augustus 2017.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.