In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2017 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een 15-jarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 5 tot en met 6 juni 2015, in Amsterdam ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer, dat op dat moment 15 jaar oud was. De tenlastelegging omvatte onder andere zoenen, knuffelen en seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld en geconcludeerd dat de seksuele handelingen wettig en overtuigend bewezen zijn.
De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van ontuchtig handelen, omdat het slachtoffer bijna 16 jaar oud was en er sprake zou zijn van wederzijdse instemming. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de seksuele handelingen als ontuchtig moeten worden beschouwd, gezien de leeftijd van het slachtoffer en de bescherming die de wet biedt aan minderjarigen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte een onderzoeksplicht had om de werkelijke leeftijd van het slachtoffer vast te stellen en dat hij onvoldoende onderzoek had gedaan.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens afwezigheid van alle schuld, omdat hij had moeten vermoeden dat hij met een minderjarige te maken had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 2 dagen en een taakstraf van 80 uren op, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn.