In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap, hierna aangeduid als [eiseres], en de Gemeente Amsterdam, hierna aangeduid als de Gemeente. De zaak betreft een geschil over betalingsverplichtingen van de Gemeente aan [eiseres] voor verleende diensten in het kader van het sleutelfigurentraject, dat gericht is op het tegengaan van radicalisering en polarisatie in Amsterdam. De Gemeente had de betalingen opgeschort vanwege een lopend integriteitsonderzoek naar een van haar medewerkers, waarbij vermoedens van integriteitsschendingen waren gerezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente niet bevoegd was om haar betalingsverplichtingen op te schorten, aangezien het vermoeden van integriteitsschending betrekking had op een eigen medewerker en privérelaties van medewerkers de Gemeente niet aangaan. De rechter oordeelde dat de Gemeente in verzuim was en dat [eiseres] recht had op betaling van een bedrag van € 24.768,70, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten van € 1.305,83 toegewezen. De vordering van [eiseres] tot betaling van voorschotten voor nog niet verrichte werkzaamheden werd afgewezen, omdat de Gemeente betwistte dat hierover afspraken waren gemaakt. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.