Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
12. Governing Law and jurisdiction
8.2 Jurisdiction
Partijen zijn als volgt overeengekomen:
Agreement regarding the facilitation of the acquisition of 8 quarries in Iran”,(hierna: de Letter Agreement) gesloten tussen Sarabel en [gedaagde] op 8 december 2015, waarin onder meer staat dat
“(…) [gedaagde] (…) shall render services to Sarabel (…) consisting of any and all services and actions that may be necessary in order to enable and facilitate the acquisition by Sarabel of proper, exclusive and freely transferrable title to the Quarries free from any and all encumbrances. (…)
[bedrijf gedaagde](hierna: [bedrijf gedaagde] )
(…) is 2 weken geleden na 40 dagen finaal opgericht en afgewikkeld. Alle licenties worden momenteel overgezet op deze entiteit. De aandelen van deze entiteit zullen worden overgedragen naar Saphire (…).”
gaan naar jou voor EUR 1 indien er niet wordt gepresteerd
(…) Ik ben het zat. Weer worden tussen de regels door dingen in de overeenkomst gezet die NIET zijn afgesproken. Ik had de overeenkomst bijna getekend en teruggestuurd toen ik het zag, uit vertrouwen op basis van jouw woorden “afgesproken aanpassingen”. (…)
Ik heb je al meerdere malen geschreven dat ik je, ondanks alles, toch een committment zal geven inclusief pandrecht en borgstelling en ook dat mijn finale voorstel voor het contract bij Jan Jaap(de door partijen ingeschakelde bemiddelaar mr. J.J. Schelling, vzr.)
etc ligt.”
Om het personeel te informeren heb ik de volgende tekst samengesteld die ik dan naar iedereen wil sturen. Het lijkt mij goed dit direct te delen met alle mensen als je het anders ziet hoor ik dat graag want anders stuur ik het in de loop van de dag eruit:
ik heb geen problemen met je quote, echte wij zijn nog niet uit elkaar, ik zou ook liever spreken van de intentie. ik zou het op prijs stellen dat wij daar eerst uitkomen.
Quarries), de negende waarvoor een licentie is verkregen, te weten “Q9” operationeel.
verkopen of verpanden van een of meer van de groeven, het aangaan van samenwerkingsverbanden, etc.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht.
disputes in connection with or arising from” de desbetreffende lening. Anders dan [gedaagde] heeft betoogd, is deze formulering zo ruim dat het onderhavige geschil daar onder kan worden begrepen. Niet in dispuut is immers dat de leningen voor geen enkel ander doel zijn verstrekt dan voor de verwerving van (licenties voor) de steengroeven en de exploitatie daarvan. [gedaagde] heeft (tenminste) negen leningovereenkomsten met dit beding getekend en daartegen nimmer bezwaar gemaakt. Hij wordt dan ook geacht uitdrukkelijk te hebben ingestemd met de exclusieve bevoegdheid van de Nederlandse rechter. De omstandigheid dat het beding niet in de LoI is opgenomen leidt niet tot een ander oordeel, aangezien deze gelet op het voorgaande met de leningsovereenkomsten verbonden wordt geacht en daarin niet is gekozen voor een ander forum en/of ander toepasselijk recht. Verder heeft [eisers] terecht betoogd dat de keuze voor de Nederlandse rechter ook voor de hand lag, aangezien partijen (in ieder geval langdurig en [gedaagde] ook ten tijde van het afsluiten van de leningovereenkomsten) in Nederland woonden, de Nederlandse nationaliteit hebben, in het Nederlands met elkaar overlegden en correspondeerden en beiden een in Nederland gevestigd bedrijf hebben (B&S en Solide Nature). [gedaagde] wordt dus niet geconfronteerd met een vreemde rechter. De conclusie luidt dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd is om van dit geschil kennis te nemen.
nadatde leningen zouden zijn terugbetaald. [gedaagde] heeft terecht aangevoerd dat de onder 4.7 weergegeven afspraken niet meebrengen dat hij gehouden was om aan deze door [eisers] gewenste constructie mee te werken. Ook is niet aannemelijk geworden dat hij daarmee al in een eerder stadium heeft ingestemd. Toewijzing van de vorderingen onder A en C brengt mee dat de licenties worden overgedragen aan een vennootschap van [eiser sub 1] , terwijl nog onduidelijk is onder welke voorwaarden de overdracht van de helft van de aandelen aan [gedaagde] zou moeten plaatsvinden, met name ten aanzien van de verplichte borgstelling van [gedaagde] en een eventuele verpanding van zijn aandelen in Solid Nature. Daarmee zou [gedaagde] zich in een aanzienlijk kwetsbaarder positie brengen dan nu op basis van de vaststaande afspraken het geval is. [eisers] heeft in dit verband nog gewezen op de e-mail van 19 september 2016 van [gedaagde] , waarin hij zich akkoord verklaart met borgstelling en verpanding. Dit is echter dermate algemeen geformuleerd (er is bijvoorbeeld niet duidelijk of verwezen wordt naar verpanding van de aandelen in Solid Nature) dat daaraan niet zonder meer de conclusies kunnen worden verbonden die [eisers] trekt. Bovendien is deze e-mail niet meer actueel en wenst [gedaagde] inmiddels de samenwerking te beëindigen.