4.1.
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is dat Cancun II misbruik van procesbevoegdheid maakt door tegen hem te procederen. [gedaagde] stelt dat hij in mei 2010 van de advocaat van [naam 2] begreep dat deze een claim tegen de voormalige bestuurders van Cancun II voorbereidde. [gedaagde] heeft daarop, bij mail van 18 mei 2010, het volgende aan [naam 2] , diens broer [naam 3] en [naam 4] geschreven: (..)
Dezelfde dag heeft [naam 2] hierop als volgt gereageerd, met cc aan zijn broer [naam 3] en [naam 4] : (...)
4.2.
Volgens [gedaagde] heeft de [familie 1] hiermee van eventuele claims tegen [gedaagde] , voortvloeiende uit zijn bestuurderschap, afgezien. Deze afstand van recht bindt ook Cancun II, nu de [familie 1] (indirect) (weer) de volledige zeggenschap heeft over Cancun II. Het maken van onderscheid tussen de [familie 1] en Cancun II levert onder die omstandigheden misbruik van identiteitsverschil op, aldus [gedaagde] .
4.3.
De rechtbank volgt [gedaagde] in dit betoog. De e-mail van [naam 2] is glashelder. Ofschoon hij ook meldt dat hij met de advocaat zal overleggen, maakt hij te dien aanzien geen voorbehoud en deelt hij zonder omwegen mee dat de [familie 1] natuurlijk nooit tegen [gedaagde] zal procederen, dat men heel tevreden is over zijn werk en dat zijn aansprakelijkheid nul is. Op grond hiervan heeft [gedaagde] er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat de [familie 1] geen juridische stappen tegen hem zou ondernemen. Via de volledig door hen beheerste vennootschap Cancun II doet de [familie 1] dat nu echter wel. Daarmee maakt zij naar het oordeel van de rechtbank misbruik van procesbevoegdheid. Bij dit oordeel spelen de volgende omstandigheden een rol: het ontbreken van opzet of bewuste roekeloosheid (artikel 7:661 BW), de aard van de arbeidsovereenkomst van [gedaagde] (volgens welke hij gehouden was op straffe van ontslag instructies op te volgen van de aandeelhouders), de (in verhouding tot het door hem genoten loon) disproportionele omvang van de thans door Cancun II gevorderde schade en van de voor [gedaagde] ’ rekening gekomen kosten in verband met de tegen hem gevoerde procedures. Cancun II kan niet gevolgd worden in haar betoog dat op 18 mei 2010, toen [naam 2] zijn mail schreef, nog niet alle (nu aan [gedaagde] verweten) feiten bekend waren. Op die datum waren alle gebeurtenissen waarvan Cancun II in deze procedure aan haar ex-bestuurders verwijten maakt, immers al bekend.
4.4.
(...)
Overigens zouden de vorderingen ook op inhoudelijke gronden zijn afgewezen, gelet op hetgeen hierna wordt overwogen met betrekking tot Equity Trust, hetgeen - mogelijk met verschillen op niet doorslaggevende punten - ook voor [gedaagde] zou gelden.