Uitspraak
1.Feiten
‘ [verweerder]( [verweerder] , ktr.)
rijdt nog steeds regelmatig te hard waarbij slepen gaan slingeren en daardoor onveilige situaties ontstaan en schade wordt veroorzaakt. (-) Als er dan een probleem ontstaat dan is de communicatie verre van fatsoenlijk. (-) Bij deze is de afspraak gemaakt dat [verweerder] zorgt dat deze klachten niet meer voor zullen komen (-).’In september 1997 is [verweerder] ermee geconfronteerd dat hij
‘reeds geruime tijd onder de maat’functioneerde.
‘U kunt niet ingezet worden op complexe taken, omdat u het overzicht niet hebt. Onder druk werken en zelfstandig werken zijn functie-eisen waaraan u niet voldoet’, zo werd hem bij brief van 23 september 1997 meegedeeld. Bij [verweerder] werd er onder andere op aangedrongen dat hij met meer aandacht bij zijn werk moest zijn en zich niet moest laten afleiden door andere zaken.
‘meerdere klachten waren binnen gekomen over uw rijgedrag (te hard rijden, gevaarlijk en onoplettend). De afgelopen periode is het dan ook te vaak voorgekomen dat u materiële schade heeft veroorzaakt.’In verband daarmee had de schadeverzekeraar, Centraal Beheer, aan (de rechtsvoorganger van) Royal Flora te kennen gegeven geen door [verweerder] veroorzaakte schade meer te zullen vergoeden. Later die maand is de snelheid waarmee [verweerder] met zijn trekker kon rijden op zijn verzoek gemaximeerd tot 11 kilometer per uur. Bij brief van 20 september 2000 werd hij erop gewezen dat daarnaast zijn
‘oplettendheid in het verkeer en het naleven van de verkeersregels’belangrijk bleef.
‘ongeremde wielen’(de oude VBA-sleepwagens) en om stapelwagens met
‘geremde wielen’(oude FH-karren). De stapelwagens werden daarna door Royal Flora uitgebreid getest op rijgedrag. Uit die testen bleek dat
‘het door elkaar heen gebruiken van stapelwagens met geremde en ongeremde wielen geen extra slingergedrag of kantelgedrag oplevert’, ook niet bij een sleep van 25 en 30 stapelwagens. Na de fusie was Centraal Beheer niet langer de schadeverzekeraar.
‘onoplettendheid’van [verweerder] , waardoor de sleep karren was gaan slingeren. Op 27 maart 2010 raakte [verweerder] met de door zijn trekker voortgetrokken (met coniferen beladen) karren in een bocht een betonnen pilaar. Er ontstond schade aan de karren en de planten. Op 29 maart 2010 volgde een aanrijding, waarbij [verweerder] doorreed nadat hij met volle snelheid tegen karren was aangereden en een hekwerk was beschadigd. Op 3 mei 2010 raakte de laatste door de trekker van [verweerder] getrokken kar in een bocht een beladen stapelwagen, die daardoor schade opliep. Op 29 juni 2010 bracht [verweerder] enkele collega’s, bezig met opruimwerkzaamheden, in gevaar doordat hij met te hoge snelheid voorbij reed en de sleep was gaan scharen. Op 20 juli 2010 reed [verweerder] forse schade aan een rek met fietsen. Hij zou er niets van hebben gemerkt, omdat het in een bocht was gebeurd. Op 31 augustus 2010 verleende [verweerder] geen voorrang aan een bus van Connexxion met passagiers. Daardoor ontstond een aanrijding met materiële schade. [verweerder] erkende geen voorrang te hebben verleend, maar verklaarde er anders nog een uur te hebben gestaan omdat het erg druk was. Naar aanleiding van laatstgenoemd voorval heeft Royal Flora vastgesteld dat [verweerder] in de voorafgegane anderhalf jaar acht keer schade had gereden.
‘laatste schriftelijke waarschuwing.’
‘de maat nu echt vol’was en dat hij niet langer op een trekker zou kunnen werken als zijn rijgedrag niet onmiddellijk verbeterde. Bij brief van 11 januari 2016 werd [verweerder] meegedeeld dat hem een minder snelle trekker ter beschikking zou worden gesteld en dat hij opnieuw de training ‘Truckbesturing’ moest gaan volgen. Blijkens deze brief erkende [verweerder] dat de kritiek op zijn rijgedrag terecht was en beloofde hij beterschap.
‘(a)ls de sleep gaat slingeren, (-) je zeker te snel (rijdt).’[verweerder] werd erop gewezen dat de maximum snelheid op vlakke stukken van het veilinggebouw 10 km/u bedraagt en dat op hellingbanen maximaal 5 km/u mag worden gereden.
‘betrokken’medewerker met
‘verantwoordelijkheidsgevoel voor zijn taken’, maar die in zijn rijgedrag
‘grove fouten’maakt.
‘Echter zijn bereidheid te veranderen maakt dat ik oprecht hoop dat hij verbeter(t)’, aldus [naam 1] .
‘bewust teveel risico’nam. [verweerder] verklaarde dat hij zijn werk zo snel mogelijk wil doen en dat er dan soms wat misgaat. Op 15 april 2016 kreeg hij opnieuw een
‘laatste waarschuwing.’
‘ [verweerder] komt van ver maar hij heeft een mooie vooruitgang geboekt. Volhouden nu.’Volgens [naam 1] heeft [verweerder] na de voorvallen van begin 2016
‘een hoge mate van realiteitszin’laten zien en heeft hij zich na de schorsing van april 2016
‘herpakt.’[naam 1] stelde vast dat [verweerder]
‘in een goede flow’zat.