Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
NJ2016/411). Ten aanzien van de nauwe en bewuste samenwerking overweegt de Hoge Raad onder meer: ‘Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.’ (HR 2 december 2014,
NJ2015/390, r.o. 3.2.2.).
NJ2015/390, r.o. 3.2.2.) en op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachtes bijdrage uit meer heeft bestaan, zal verdachte van het primair ten laste gelegde, medeplegen, worden vrijgesproken.
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
TIEN (10) dagen.
ZESTIG (60) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van dertig (30) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van twee (2) uren per dag.