Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde de huurder, vertegenwoordigd door meerdere eisers, dat de verhuurder werd verboden om het vonnis van de kantonrechter ten uitvoer te leggen, dat leidde tot de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een onevenredigheid bestond tussen het belang van de verhuurder bij onmiddellijke uitvoering van het vonnis en het belang van de huurder bij het behoud van het gehuurde tijdens het hoger beroep. De huurder exploiteert al 31 jaar een café in het gehuurde pand, wat een aanzienlijke omzet genereert en waarvan meerdere personen afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verhuurder in redelijkheid niet tot uitvoering van het vonnis kon overgaan, gezien de gevolgen voor de huurder en het gebrek aan onderbouwing van de urgentie van de ontruiming door de verhuurder. De vordering van de huurder werd toegewezen, en de tenuitvoerlegging van het vonnis werd geschorst totdat in hoger beroep was beslist. De verhuurder werd veroordeeld in de proceskosten.