ECLI:NL:RBAMS:2017:8237

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 juli 2017
Publicatiedatum
10 november 2017
Zaaknummer
5552526 \ CV EXPL 16-34666
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot betaling op basis van overeenkomst en procesorde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Proserve B.V. en Avangate B.V. Proserve vorderde betaling van € 25.000,00 van Avangate, gebaseerd op een overeenkomst die op 3 november 2014 was gesloten. Proserve stelde dat zij diverse diensten had geleverd en dat Avangate een aantal facturen onbetaald had gelaten. Avangate voerde verweer en betwistte de grondslag van de vordering, stellende dat de facturen betrekking hadden op andere diensten dan overeengekomen en dat de overeenkomst per 1 maart 2016 was geëindigd.

De kantonrechter oordeelde dat Proserve onvoldoende had onderbouwd dat de vordering voortvloeide uit de overeenkomst. De facturen verwezen naar meerdere overeenkomsten en de bedragen kwamen niet overeen met de afgesproken bedragen in de overeenkomst. Proserve had bovendien te laat aanvullende producties overgelegd ter onderbouwing van haar vordering, wat in strijd was met de goede procesorde. Hierdoor werden deze producties niet in de beoordeling betrokken.

De vordering van Proserve werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Avangate, die op € 800,00 werden begroot. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer \ rolnummer: 5552526 \ CV EXPL 16-34666
Uitspraak: 21 juli 2017

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Proserve B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
nader te noemen Proserve,
gemachtigde Flanderijn en Van Eck gerechtsdeurwaarders,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Avangate B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Avangate,
gemachtigde mr. J.M. Hesselink.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 november 2016, met producties;
  • de conclusie van antwoord van 9 januari 2017, met producties;
  • het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 7 juli 2017 met de daarin genoemde stukken.
Daarna is vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten en omstandigheden

1.1.
Op 3 november 2014 is tussen partijen een “Agreement regarding the rental of a dedicated server from proserve” tot stand gekomen (hierna: de overeenkomst).
1.2.
Proserve heeft aan Avangate de volgende facturen verzonden (hierna: de facturen):
- factuur 3601275 op 1 maart 2016 voor het bedrag van € 41.626,75;
- factuur 3601684 op 4 april 2016 voor het bedrag van € 2.248,81;
- factuur 3602095 op 2 mei 2016 voor het bedrag van € 2.248,81;
- factuur 3602690 op 1 juni 2016 voor het bedrag van € 29.656,29.

Vordering en verweer

1. Proserve vordert dat Avangate bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van € 25.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf 8 november 2016 tot de dag der voldoening, met veroordeling van Avangate in de proceskosten.
2. Proserve stelt dat zij in opdracht en voor rekening van Avangate diverse werkzaamheden en/of diensten heeft verricht, voorzover toepasselijk met bijlevering van benodigde onderdelen of materialen. Proserve heeft de hiervoor overeengekomen, althans redelijke en gebruikelijke prijs/prijzen in rekening gebracht middels de hiervoor opgesomde aan Avangate verstrekte facturen. Als productie 1 bij dagvaarding heeft Proserve de overeenkomst overgelegd (als ‘de onderliggende overeenkomst’). Avangate heeft van deze facturen een bedrag van € 75.780,49 onbetaald gelaten. De totale vordering bedraagt € 77.765,90 (inclusief € 452,61 aan wettelijke rente t/m 8 november 2016 en € 1.532,80 aan buitengerechtelijke kosten), maar Proserve beperkt haar vordering tot € 25.000,00, onder reserve van haar recht op invordering van het restant van de vordering.
3. Avangate voert verweer tegen de vordering en voert daartoe aan dat de facturen betrekking hebben op andere diensten dan partijen in de overeenkomst zijn overeengekomen. De in rekening gebrachte bedragen stemmen ook niet overeen met het in de overeenkomst afgesproken maandbedrag. Verder voert Avangate aan dat de overeenkomst is geëindigd per 1 maart 2016, omdat zij de overeenkomst bij brief van 16 november 2015 heeft opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden.

Beoordeling

4. Proserve baseert haar vordering (in de dagvaarding en in de akte uitlaten) op de overeenkomst. Uit de facturen waarvan Proserve betaling vordert, blijkt echter geenszins dat de diensten en bedragen die in rekening worden gebracht, hun grondslag vinden in de overeenkomst. Zo wordt in de facturen verwezen naar meerdere overeenkomsten met verschillende nummers en Proserve heeft niet gesteld dat de overeenkomst daar één van is. Verder heeft Avangate terecht aangevoerd dat de in rekening gebrachte bedragen niet overeenstemmen met de bedragen die partijen in de overeenkomst hebben afgesproken. Proserve heeft (de grondslag van) haar vordering, gelet op het gemotiveerde verweer, dan ook onvoldoende onderbouwd. De vordering zal om die reden worden afgewezen.
5. Voorafgaand aan de comparitie heeft Proserve een poging gedaan (de grondslag van) haar vordering nader te onderbouwen door een aantal (andere) overeenkomsten als productie over te leggen. Aangezien zij dit – zoals de gemachtigde van Avangate terecht ter comparitie naar voren heeft gebracht – te laat heeft gedaan (namelijk minder dan de in het tussenvonnis en het rolreglement genoemde zeven werkdagen voorafgaand aan de comparitie), en Proserve geen enkele reden heeft aangevoerd waarom deze producties niet eerder en tijdig in het geding konden worden gebracht, heeft de kantonrechter de nadere producties geweigerd wegens strijd met de goede procesorde, zodat deze niet bij de beoordeling zijn betrokken.
6. Bij deze uitkomst van de procedure wordt Proserve als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Avangate.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Proserve in de proceskosten, aan de zijde van Avangate tot op heden begroot op € 800,00 (2 punten x tarief € 400,00) aan salaris gemachtigde, inclusief eventueel verschuldigde btw, te vermeerderen met nasalaris begroot op een bedrag van € 131,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan;
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, kantonrechter, bijgestaan door mr. W.A. Bree, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
*