ECLI:NL:RBAMS:2017:8219
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan horecagelegenheid wegens illegale arbeid
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horecagelegenheid en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres, een horecagelegenheid, kreeg een bestuurlijke boete van € 6.000,- opgelegd omdat er een vreemdeling zonder de vereiste verblijfs- en tewerkstellingsvergunning aan het werk was. De inspecteurs van het ministerie ontdekten tijdens een controle op 8 november 2015 dat de vreemdeling, van Ghanese nationaliteit, schoonmaakwerkzaamheden verrichtte in het café-restaurant van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat de boete terecht was opgelegd, ondanks het verweer van eiseres dat zij niet verantwoordelijk was voor de overtreding en dat het ministerie te laat had beslist op haar bezwaarschrift.
Eiseres voerde aan dat zij regelmatig contact had met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om informatie over haar verplichtingen te verkrijgen en dat zij maatregelen had genomen om overtredingen te voorkomen. De rechtbank oordeelde echter dat het de eigen verantwoordelijkheid van de werkgever is om te controleren of aan de voorschriften van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) wordt voldaan. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de overtreding te voorkomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de opgelegde boete.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers in het kader van de Wav en de noodzaak om zorgvuldig te handelen bij het aannemen van personeel. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.