In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een vrijwilliger bij de Brandweer Amsterdam-Amstelland, en verweerder, de Brandweer Amsterdam-Amstelland. Eiser was sinds 1 juli 2006 werkzaam als senior manschap en kreeg disciplinaire maatregelen opgelegd vanwege roekeloos rijgedrag. Eiser negeerde een geslotenverklaring en reed door rood tijdens zijn opkomst voor alarm, wat leidde tot klachten van buurtbewoners. Ondanks eerdere waarschuwingen en gesprekken over zijn rijgedrag, herhaalde eiser deze overtredingen. Verweerder legde hem per 1 februari 2017 de disciplinaire maatregel van ongevraagd ontslag op, na een schorsing en uitsluiting van opkomst op alarm. Eiser maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar de rechtbank oordeelde dat de maatregelen gerechtvaardigd waren. De rechtbank concludeerde dat het plichtsverzuim aan eiser kon worden toegerekend en dat de disciplinaire maatregel niet onevenredig was, gezien de ernst van de overtredingen en de impact op de veiligheid. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond.