Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 maart 2017 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van 24 mei 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 september 2017;
- de faxbrief van mr. Westenbroek van 5 oktober 2017;
- de faxbrief van mr. Rikmenspoel van 6 oktober 2017;
- de faxbrief van mr. Westenbroek van 9 oktober 2017;
- de faxbrief van mr. Rikmenspoel van 9 oktober 2017.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
on holdworden gezet.
- Samenwerkingsovereenkomsten met Allianz Nederland Levensverzekering N.V., voorheen Universal Leven N.V. (
- Samenwerkingsovereenkomsten met BoS (
- Samenwerkingsovereenkomsten met 95 aanbieders van Schade/Leven-producten (
UL-portefeuillehebben curatoren geconstateerd dat deze op de faillissementsdatum nog steeds tot het vermogen van Adviesplus behoorde.
BoS-portefeuillehebben curatoren geconstateerd dat de op 15 juli 2010 tussen Adviesplus en koper gesloten koopovereenkomst op 27 augustus 2010 is vernietigd wegens dwaling. Curatoren hebben vervolgens de nietigheid van de overeenkomst van 15 juli 2010 aanvaard.
Schade/Leven-portefeuillehebben curatoren geconstateerd dat deze ten tijde van het failleren van Adviesplus ten dele was verkocht en overgedragen aan een andere vennootschap; voor zover de overdracht nog niet had plaatsgevonden, kwam dit omdat de desbetreffende Schade/Leven-aanbieder nog geen medewerking ex artikel 6:159 BW had verleend. Curatoren hebben om diverse redenen besloten de overgang van de Schade/Leven-portefeuille (vanuit het vermogen van Adviesplus) niet aan te tasten.
3.Het geschil
in conventie
primairBoS veroordeelt om binnen zeven dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis met betrekking tot onderhavige portefeuille, provisieoverzichten vanaf 15 juli 2010 op te stellen en vervolgens aan SLP ter hand te stellen onder de bepaling dat, indien BoS in gebreke blijft te voldoen aan het hiervoor bepaalde, BoS voor elke dag of deel van een dag een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 5.000,-;
BoS veroordeelt om SLP tegen kwijting te betalen al hetgeen zij op grond van de hierboven vermelde provisieoverzichten aan SLP verschuldigd is, althans op een bedrag door u in goede justitie te begroten, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW (en subsidiair art. 6:119 BW) vanaf iedere maand waarover BoS provisie aan SLP verschuldigd is, subsidiair vanaf 7 oktober 2015, meer subsidiair vanaf 24 juni 2016, en meer meer subsidiair vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
subsidiairBoS veroordeelt om de als gevolg van de hierboven onder I. omschreven wanprestatie en/of onrechtmatig handelen en/of ongerechtvaardigde verrijking, door SLP geleden en/of nog te lijden schade, nader op te maken bij staat, te vergoeden, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW (en subsidiair art. 6:119 BW) vanaf iedere maand waarover BoS provisies aan SLP verschuldigd is, subsidiair vanaf 7 oktober 2015, meer subsidiair vanaf 24 juni 2016, en meer meer subsidiair vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
primair en subsidiairBoS veroordeelt om SLP tegen kwijting te betalen een bedrag van € 6.422,- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
- i) het restant van de Tegenvordering na verrekening met de vorderingen van SLP als bedoeld in par. 191 van de Conclusie van Antwoord;
- ii) de schade als bedoeld in par. 195 van de Conclusie van Antwoord bestaande uit het bedrag dat in conventie mocht worden toegewezen aan SLP in het geval in rechte mocht komen vast te staan dat zij - na verrekening van de Tegenvordering - nog enig bedrag van BoS te vorderen mocht hebben;
- iii) de schade als bedoeld in par. 196 van de Conclusie van Antwoord bestaande uit het totale bedrag aan kosten verband houdende met aanbrengen van administratieve en financiële wijzigingen in de door BoS aangehouden hypotheekportefeuille;
- iv) de schade als bedoeld in par. 197 van de Conclusie van Antwoord bestaande uit de kosten van juridisch advies in verband met het voeren van uitvoerige correspondentie en verweer met SLP in deze procedure ten bedrage van EUR 31.600 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de bij akte nader uiteen te zetten data en te vermeerderen met kosten die BoS nog meer zal maken in deze procedure doch te verminderen met het bedrag dat BoS op grond van een forfaitaire proceskostenveroordeling toekomt.