Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Beschikking van de kantonrechter
[verzoeker] , in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [naam 1]
Stichting Pantar Amsterdam
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESCHIKKING
Feiten
Partijen verschillen met elkaar van mening of in het eerste gesprek de mogelijkheid voor [naam 1] om met door Pantar georganiseerd vervoer naar Diemen te gaan is besproken; volgens [naam 4] is dat wel het geval, volgens [verzoeker] is het niet aan de orde gekomen.
Op verzoek van werknemer is werkgever bereid mee te werken aan het beëindigen met wederzijds goedvinden via een beëindigingovereenkomst.
Het verzoek en aanverwante vorderingen
- heeft gesproken van een verschil van inzicht over de functie, terwijl dat niet aan de orde was,
- er ten onrechte vanuit ging dat [naam 1] zelfstandig kon reizen, terwijl [naam 1] daartoe niet in staat was,
- heeft gezwegen over de mogelijkheid van collectief vervoer, tot het moment dat [naam 1] niet beter wist dan dat hij met pensioen was en [verzoeker] aanspraak maakte op een transitievergoeding,
- zich heeft beroepen op haar financiële positie als het om de transitievergoeding gaat, terwijl dat bij de transitievergoeding geen punt van overweging is. Dat tesamen maakt dat Pantar ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, waartoe mee geldt dat voor het niet zelf nemen van initiatief om [naam 1] te ontslaan, Pantar ook een ernstig verwijt kan worden gemaakt.