ECLI:NL:RBAMS:2017:7942
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- F.M. Wieland
- J.P.W. Helmonds
- R. Robroek
- Rechtspraak.nl
Poging tot zware mishandeling met taakstrafverbod voor minderjarigen
Op 28 juni 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1997, die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling. De zaak kwam voort uit een incident op 12 mei 2016 in Amsterdam, waarbij de verdachte met kracht op het gezicht van het slachtoffer sloeg en hem vervolgens schopte terwijl het slachtoffer op de grond lag. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 14 juni 2017 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. F.C. van Dijk, de vordering indiende en de verdediging werd gevoerd door mr. A.C.G. Meijer.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, gezien de getuigenverklaringen en de omstandigheden van het incident. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat er geen opzet was, en achtte bewezen dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had willen toebrengen. De rechtbank legde een taakstraf op van 60 uren, met vervangende hechtenis van 30 dagen voor het geval de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Tevens werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde taakstraf gelast, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt.
De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd. De rechtbank benadrukte dat dergelijk geweld onacceptabel is en dat het de gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt. De beslissing van de rechtbank is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte feit en de omstandigheden van de verdachte.