ECLI:NL:RBAMS:2017:7852
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het opzettelijk telen van een aanzienlijke hoeveelheid hennep in een pand in Diemen en het wederrechtelijk afnemen van elektriciteit van Liander NV. Tijdens de zitting op 26 september 2017 heeft de officier van justitie, mr. F.C. van Dijk, gepleit voor een veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 180 uren, terwijl de raadsman, mr. A.J. Hardonk, vrijspraak heeft bepleit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als pleger of medepleger van de ten laste gelegde feiten aan te merken. De politie had op 16 mei 2014 een hennepkwekerij aangetroffen in de woning van de stiefvader van de verdachte, maar er waren geen overtuigende aanwijzingen dat de verdachte zelf betrokken was bij de kwekerij of de diefstal van elektriciteit. De rechtbank sprak de verdachte daarom vrij van alle ten laste gelegde feiten.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van de rechtsbescherming van de verdachte. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.