ECLI:NL:RBAMS:2017:7826
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.L. Fernig – Rocour
- M. Singeling
- Y. Moussaoui
- Rechtspraak.nl
Beperkingen voor landbouwverkeer in Uithoorn en de ontvankelijkheid van bezwaren tegen verkeersbesluit
Op 24 oktober 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin het verkeersbesluit van de gemeente Uithoorn ter discussie stond. Dit besluit, genomen op 3 maart 2016, houdt in dat landbouwverkeer niet meer door het centrum van Uithoorn mag rijden en dat doorgaand verkeer wordt beperkt. De rechtbank heeft de bezwaren van verschillende partijen, waaronder het Dorpscomité De Hoef, de Land- en Tuinbouw Organisatie Noord (LTO), Agrimm B.V., en andere belanghebbenden, beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het verkeersbesluit de toets der kritiek doorstaat en dat de gemeente Uithoorn op zorgvuldige wijze tot dit besluit is gekomen. De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de bezwaren van het Dorpscomité De Hoef en Agrimm gegrond zijn, omdat deze partijen een bijzonder, individueel belang hebben bij het verkeersbesluit dat zich onderscheidt van dat van andere weggebruikers. De rechtbank heeft de bestreden besluiten in deze zaken vernietigd en zelf in de zaken voorzien door de bezwaren van Dorpscomité De Hoef en Agrimm ongegrond te verklaren. De rechtbank heeft ook een dwangsom vastgesteld wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar van het Dorpscomité De Hoef. De beroepen van de andere partijen, zoals VIB, LTO, Cumela, De Ronde Venen en Nieuwkoop, zijn ongegrond verklaard. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij verkeersbesluiten en de rol van belanghebbenden in het bestuursrecht.