Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
COÖPERATIEF DELOITTE U.A.,
en van 31 andere eiseressen zoals opgenomen in de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding,
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig:
Ook was mr. I.C. Engels, advocaat van [naam 6] , kandidaat-gerechtsdeurwaarder, aanwezig. [naam 6] was in het gebouw van de rechtbank aanwezig om zo nodig vragen van de voorzieningenrechter te kunnen beantwoorden. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
primair(a) KMG te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 500.000,- op de vergoeding van de door Deloitte gemaakte en nog te maken kosten in het kader van het bewijsbeslag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
subsidiair(c) KMG te bevelen om ten gunste van Deloitte zekerheid te stellen ten bedrage van € 500.000,- (althans tot een in goede justitie te bepalen bedrag) voor alle kosten en ander nadeel dat Deloitte lijdt en zal lijden;
primair en subsidiair(d) te bepalen dat Deloitte verdere medewerking aan het bewijsbeslag mag opschorten, totdat KMG heeft voldaan aan het hiervoor gevorderde;
meer subsidiair(e) een zodanige voorziening te treffen die de voorzieningenrechter geraden acht ter waarborging van de belangen van Deloitte;
in alle gevallen(f) KMG te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
data searchzou kunnen uitvoeren. In een e-mail van 31 mei 2017 en in een bespreking van 1 juni 2017 heeft Deloitte de deurwaarder te kennen gegeven dat dit een aanzienlijk tijdsbeslag en aanzienlijke (hosting)kosten met zich mee zou brengen. Pas medio augustus 2017 heeft de deurwaarder, geschrokken door de enorme hoeveelheid data, besloten het beslag te beperken tot de e-mailboxen van de partners en directors van Deloitte. Op 22 augustus 2017 heeft de deurwaarder Deloitte bericht dat de screening van de data was afgerond, maar toen bleek al snel dat controle hiervan door Deloitte zeer noodzakelijk was. Zo bevatte de selectie van de deurwaarder een groot aantal gegevens die overduidelijk
out-of-scopewaren. Verstrekking van die gegevens zou in strijd zijn met de privacy- en geheimhoudingsplichten van Deloitte.
De kosten van Deloitte aan IT/Forensics (waaronder processing en hosting) bedroegen tot en met september 2017 € 433.045,16. Het tijdsbeslag van haar medewerkers bedroeg (exclusief IT/Forensics) € 56.106,-. Deze substantiële kosten zullen nog hoger worden omdat de uitvoering van het bewijsbeslag nog niet is afgerond.
non peius-beginsel, en de overwegingen van de Hoge Raad in het Molenbeek Invest-arrest van 13 september 2013 (ECLI:HR:2013:BZ9958).
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
non peius-beginsel. Hieruit volgt dat Deloitte als gevolg van het beslag niet in een slechtere positie mag komen te verkeren dan wanneer er geen beslag onder haar was gelegd en zij rechtstreeks tot afgifte zou zijn aangesproken. Ook de overwegingen van de Hoge Raad in het Molenbeek Invest-arrest bieden ondersteuning aan een ruimere vergoedingsplicht van de beslaglegger. De Hoge Raad heeft in dat arrest immers overwogen dat een bewijsbeslag een ingrijpend dwangmiddel is waardoor onder omstandigheden aan de wederpartij of een derde onder wie het beslag wordt gelegd aanzienlijke hinder of schade kan worden toegebracht, en verder dat eventuele schadelijke gevolgen voor de derdebeslagene binnen redelijke grenzen dienen te blijven.
€ 500.000,- of tot een in goede justitie te bepalen bedrag) is op grond van hetgeen hiervoor is overwogen niet toewijsbaar. Hetzelfde geldt voor de vordering onder d. Deloitte is verplicht haar medewerking aan de uitvoering van het bewijsbeslag te verlenen en het staat haar niet vrij die medewerking op te schorten tot het bedrag van € 25.000,- is voldaan.
4.12. Nu Deloitte op een principieel punt in het gelijk is gesteld, dient KMG te worden veroordeeld in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van Deloitte. Het griffierecht dat wordt opgenomen in de kostenveroordeling wordt gekoppeld aan het toegewezen bedrag van € 25.000,- en niet aan het gevorderde bedrag van
€ 500.000,-. Dit betekent dat KMG niet wordt veroordeeld het door Deloitte betaalde griffierecht van € 3.894,- te vergoeden, doch het bedrag van € 1.924,- (het griffierecht voor vorderingen onder de € 100.000,-).
5.De beslissing
€ 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis plaatsvindt met € 68,- en de kosten van het betekeningsexploot en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen indien KMG niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis tot betaling overgaat,