Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
ROSALIA NEVE B.V. (P.L.L.C.),
1.De procedure
Voorafgaand aan de zitting heeft VGD een incidentele conclusie tot tussenkomst althans voeging (waarvan een kopie aan dit vonnis wordt gehecht) ingediend. De overige partijen hebben hiertegen geen bezwaar gemaakt. De voorzieningenrechter heeft de tussenkomst toegestaan.
Alle partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Rosalia heeft tevens een conclusie van antwoord in het geding gebracht.
Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig:
Na verder debat is de zaak pro forma aangehouden tot 29 september 2017 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag of zij hun geschil met behulp van een mediator wensen op te lossen. Bij faxbericht van 28 september 2017 van mr. Coelingh Bennink is de voorzieningenrechter bericht dat Rosalia geen vertrouwen heeft in een positieve uitkomst van een mediation. Vonnis is aanvankelijk bepaald op 13 oktober 2017. Nadien zijn de raadslieden van partijen ervan in kennis gesteld dat op 20 oktober 2017 vonnis wordt gewezen.
2.De feiten
De basiskoopprijs bedroeg fl. 20.000.000,-, te betalen bij levering. Bertelli heeft dat bedrag door middel van een lening al aan Parel verstrekt. Bertelli op haar beurt heeft het bedrag destijds geleend van haar aandeelhouder Auroris.
Tevens zijn Parel en Bertelli een additionele betaling van maximaal fl. 13.000.000,- overeengekomen bij (door)verkoop en levering van de percelen grond door Bertelli, danwel bij het verkrijgen van de (eerste) bouwvergunning.
fl. 13.000.000,-, zijnde het bedrag van de additionele betaling) en dat Parel onvoorwaardelijk en direct zal meewerken aan een rangwisseling ‘
indien en zodra sprake is van een door koper casu quo diens rechtsopvolger ter financiering van het gekochte te verkrijgen lening casu quo krediet en te verstrekken recht van eerste hypotheek tot een maximaal bedrag van tien miljoen euro (…)’.
Rosalia verbindt zich hierbij jegens Bertelli en VGD het recht van parate executie als bedoeld in artikel 7(a) van de Hypotheekakte niet uit te oefenen indien en voor zover het verzuim van Bertelli wordt veroorzaakt doordat [naam 5] Group in verzuim is jegens Bertelli.
3.Het geschil in de hoofdzaak
I. Rosalia op straffe van dwangsommen te veroordelen om de lopende executie van de percelen aan de Schipholweg te Lijnden respectievelijk te Badhoevedorp te staken en gestaakt te houden voor een periode van twaalf maanden;
II. Rosalia en/of Bertelli op straffe van dwangsommen te veroordelen om het verzoekschrift tot het vragen van verlof voor onderhandse verkoop aan Van Latenstein B.V. (zie 2.11) in te trekken;
III. Rosalia en Bertelli hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.Het geschil in het incident tot tussenkomst
I. Rosalia op straffe van dwangsommen te gebieden de executie van de percelen aan de Schipholweg te Lijnden respectievelijk te Badhoevedorp te staken en gestaakt te houden totdat (i) in een (bodem)procedure onherroepelijk uitspraak is gedaan over een door VGD in te stellen vordering tot nakoming van de schikking van 2013, althans wijziging van de in het kader van die schikking gesloten overeenkomsten, althans (ii) totdat Rosalia vervangende zekerheid heeft gesteld tot nakoming van artikel 5.4 van de onder 2.7 van dit vonnis genoemde leningsovereenkomst tussen Rosalia en Bertelli, althans (iii) totdat Rosalia ten behoeve van VGD het overeengekomen pandrecht op 10% van de opbrengst daarvan heeft doen vestigen, dit alles met het doel dat VGD pro rata voor haar investering in Bertelli aanspraak en/of zekerheid heeft of krijgt op de opbrengst van de hiervoor genoemde percelen;
II. Rosalia en Bertelli op straffe van dwangsommen te veroordelen om het verzoekschrift tot het vragen van verlof voor onderhandse verkoop aan Van Latenstein B.V. in te trekken;
III. Rosalia en Bertelli hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.De beoordeling in de hoofdzaak en in het incident tot tussenkomst
816,00