Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
zaaknummer/ rolnummer: C/13/609461/ HA ZA 16-566
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
verweerders in het voorwaardelijke incident ex artikel 843a Rv van gedaagden sub 8 tot en met 27,
verweerders in reconventie van gedaagden sub 1 tot en met 12,
NATIONALE-NEDERLANDEN
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
AIG EUROPE LTD.,
ALLIANZ BENELUX N.V.,
AMLIN EUROPE N.V.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2526 SUBSCRIBING TO POLICY V0100057918/QF0401110 MANAGED BY A G DORE & OTHERS SYNDICATE 2526,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2001 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100055238 / QF401113 MANAGED BY AMLIN CORPORATE MEMBER LTD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2987 SUBSCRIBING TO POLICY V0100055238/QF0401113 MANAGED BY BRIT SYNDICATES LIMITED AND BRIT UW LIMITED,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 1084 SUBSCRIBING TO POLICY V0100057918/QF0401110 MANAGED BY CHAUCER SYNDICATES LTD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2468 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100057918 / QF0401110 MANAGED BY MARKETFORM MANAGING AGENCY LTD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 3210 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100055238 / QF040113 MANAGED BY MSI CORPORATE CAPITAL LTD. AS SOLE CORPORATE MEMBER OF LLOYD’S SYNDICATE 3210,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 3000 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100057918 / QF0401110 MANAGED BY MARKEL INTERNATIONAL LITD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2003 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057918/QF040110 AND V0100055238 / QF0401113 MANAGED BY CATLIN UNDERWRITING AGENCIES LTD.,
eisers in reconventie,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
1.De procedure in de zaak C/13/600698 / HA ZA 16-56
- de dagvaarding van 8 december 2015, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende de voorwaardelijke vordering ex artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van 6 april 2016 van Loeff N.V. verzekeraars, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie van LCV verzekeraars van 6 april 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord in de voorwaardelijke vordering ex artikel 843a Rv, met producties,
- het vonnis in het incident ex artikel 843a Rv van 31 augustus 2016,
- het tussenvonnis van 28 september 2016 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van 11 april 2017 met de daarin vermelde stukken (waaronder de akte houdende wijziging grondslag van eis en de akte houdende verzoek tot wijziging van de namen van gedaagden 18 en 27 tevens akte houdende schorsing en hervatting ex artikel 225 juncto 227 Rv ten aanzien van gedaagde sub 10 wegens rechtsopvolging, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met producties),
- de brieven van de raadslieden van Loeff c.s. en LCV verzekeraars van 20 april 2017 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal,
- de brief van de raadsman van Loeff N.V. Verzekeraars van 25 april 2017 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal,
- de akte na comparitie van de zijde van Loeff c.s. van 24 mei 2017, met producties,
- de antwoordakte na comparitie van de zijde van Loeff N.V. verzekeraars van 5 juli 2017,
- de antwoordakte na comparitie van partijen van de zijde van LCV Verzekeraars van 5 juli 2017,
- de akte van de zijde van LCV Verzekeraars van 19 juli 2017.
2.De procedure in de zaak C/13/609461/ HA ZA 16-566
- de dagvaarding van 27 mei 2016, met producties,
- de incidentele conclusie tot voeging wegens verknochtheid van de zijde van Loeff c.s. van 8 juni 2016,
- de conclusie van antwoord tevens houdende de voorwaardelijke vordering ex artikel 843a Rv van 22 juni 2016 van Loeff N.V. verzekeraars, met producties,
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke vordering ex artikel 843a Rv van Loeff c.s. van 22 juni 2016, met producties.
- de akte tot referte in het incident tot voeging van de zijde van Loeff N.V. verzekeraars van 22 juni 2016,
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging wegens verknochtheid tevens conclusie van antwoord van de zijde van LCV Verzekeraars van 22 juni 2016, met producties,
- het vonnis in het incident van 31 augustus 2016 waarbij, voor zover van belang, de zaak is gevoegd met de zaak C/13/600698 / HA ZA 16-56,
- het tussenvonnis van 28 september 2016 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van 11 april 2017 met de daarin vermelde stukken,
- de brieven van de raadslieden van Loeff c.s. en LCV verzekeraars van 20 april 2017 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal,
- de brief van de raadsman van Loeff N.V. Verzekeraars van 25 april 2017 met opmerkingen ten aanzien van het proces-verbaal,
- de akte na comparitie van de zijde van Loeff c.s. van 24 mei 2017, met producties,
- de antwoordakte na comparitie van de zijde van Loeff N.V. verzekeraars van 5 juli 2017,
- de antwoordakte na comparitie van partijen van de zijde van LCV Verzekeraars van 5 juli 2017,
- de akte van de zijde van LCV Verzekeraars van 19 juli 2017.
act committed. De excedentpolissen geven dekking op basis van
claims made. De primaire polissen 1997 en 1998 bieden dekking voor 5 miljoen onderscheidenlijk 10 miljoen gulden, per gebeurtenis met de excedentpolissen komt de totaal verzekerde som per jaar op100 miljoen gulden. De voorwaarden van de LCV verzekeringen bevatten een zogenaamde serieschadeclausule. Boven de verzekerde som zijn verzekerd proceskosten, kosten van juridische bijstand, andere kosten van verweer en wettelijke rente.
claims madeen tot een totale verzekerde som van 75 miljoen euro. Schematisch ziet een en ander er als volgt uit.
4.Het geschil
in hoofdzaak met nummer C/13/600698 / HA ZA 16-56 en met nummer C/13/609461/ HA ZA 16-566 in conventie
6.De beslissing
4 april 2018,