4.3.Oordeel van de rechtbank
Nadat verdachte door een flinke duw/stomp van [slachtoffer] op de grond is gevallen en gewond is geraakt, heeft hij [slachtoffer] aangevallen en is er een vechtpartij ontstaan. Hierbij is over en weer geslagen. Na afloop van deze vechtpartij, die in de avond én in het donker plaatsvond, wordt bij [slachtoffer] geconstateerd dat hij één steekwond in zijn bovenbuik (0,5 cm diep) en één steekwond in zijn rechterzij (1 cm diep) heeft. Verdachte heeft ontkend [slachtoffer] te hebben gestoken. Verdachte heeft echter zowel bij zijn verhoor als op zitting verklaard dat hij na het incident een heft van een afgebroken mes in zijn handen had. Hij wist niet hoe dat heft in zijn handen was gekomen. Dit heft was, zo bleek later uit onderzoek van de politie, afgebroken van het in de tuin aangetroffen lemmet. Hoewel zowel [slachtoffer] als alle getuigen hebben verklaard geen mes te hebben gezien, concludeert de rechtbank dat het, gezien het steekletsel van [slachtoffer] en de verklaring van verdachte, niet anders kan zijn dan dat verdachte [slachtoffer] tweemaal met een mes heeft gestoken.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld hoe dit handelen van verdachte juridisch gekwalificeerd moet worden. De rechtbank overweegt als volgt.
Het geconstateerde letsel van aangever bestaat uit twee oppervlakkige steekwonden. Niemand heeft verdachte zien steken en op grond van de bewijsmiddelen kan ook niet worden vastgesteld hoe hard en op welke wijze verdachte heeft gestoken. Nu dat niet kan worden vastgesteld kan ook niet worden bewezen of verdachtes handelen de aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel met zich bracht. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van poging doodslag.
De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van een mishandeling van [slachtoffer] .
Verdachte heeft op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op de mishandeling. Door het steken met een mes, terwijl verdachte met [slachtoffer] worstelde en over en weer klappen vielen, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit tot lichamelijk letsel zou leiden bij [slachtoffer] .
De rechtbank komt tot de bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen:
1.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2016099751-1 van 13 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam opsporingsambtenaar 1] , doorgenummerde pagina’s 10-12.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [slachtoffer] , aangever, zakelijk weergegeven:
Op 7 mei 2016 was ik thuis met mijn vriendin in Diemen.
Ik zag dat hij opstond en met mij begon te vechten, het was inmiddels donker geworden dus ik kon niet alles meer goed zien. Toen de politie kwam zag ik dat hij, [verdachte] , al weg was. Ik zag dat ik helemaal onder het bloed zat. Ik ging toen kijken of ik verwond was en ik kwam erachter dat ik een messteek rond mijn buik had en aan de zijkant van mijn buik.
2.
Een geschrift, te weten een letselverklaring t.n.v. [slachtoffer] ingevuld door behandelend arts R.J. Vossen, verbonden aan het Onze Lieve Vrouwe gasthuis (locatie oost) te Amsterdam, van 8 mei 2016, doorgenummerde pagina’s 13-19 van het strafdossier.
Diagnose: tweetal steekverwondingen, ter plaatse van epigastrio 0,5 cm en ter plaatse van rechterflank 1 cm diep, zonder aanwijzingen bedreiging vitale structuren.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen (inclusief foto’s) met nummer PL1300-2016099751-3 van 8 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [naam opsporingsambtenaar 2] en [naam opsporingsambtenaar 3] , doorgenummerde pagina’s B 001-009.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten [naam opsporingsambtenaar 2] en [naam opsporingsambtenaar 3] , zagen in de tuin een afgebroken handvat en het afgebroken lemmet van een vleesmes liggen.
4.
De verklaring die verdachte op de terechtzitting van 3 oktober 2017 heeft afgelegd.
Deze verklaring houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
We kwamen vervolgens in een worsteling terecht. Vervolgens zag ik dat ik een heft in mijn handen had. Ik weet niet hoe het kwam, dat ik dat heft in mijn handen had. Ondertussen probeerde ik hem van mij af te slaan en daarbij sloeg ik hem van mij af.