Uitspraak
[vrouw],
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.Het verdere verloop van de procedure
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- de Raad verzocht advies uit te brengen over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling met betrekking tot het minderjarige kind van partijen, genaamd
- overwogen dat de Nederlandse rechter bevoegd is te beslissen op de verzoeken betreffende de hoofdverblijfplaats van de minderjarige, de zorgregeling, de kinderbijdrage, de partneralimentatie, dat op deze verzoeken het Nederlandse recht van toepassing is en dat de Nederlandse rechter bevoegd is te beslissen op het verzoek met betrekking tot de verdeling;
- overwogen dat het huwelijksgoederenregime van partijen wordt beheerst door Israëlisch recht en zijn partijen in de gelegenheid gesteld hun stellingen met betrekking tot het verzoek van de vrouw partijen te gelasten over te gaan tot verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap, aan te passen aan de toepasselijkheid van Israëlisch recht;
- bepaald dat de behandeling omtrent de hoofdverblijfplaats, de zorgregeling, de kinderbijdrage, de partneralimentatie en van het verzoek met betrekking tot de verdeling pro forma wordt voortgezet op 26 juni 2017;
- een F4 formulier met bijlage van de man, ingekomen ter griffie op 21 juli 2017;
- een F9 formulier met bijlagen van de man, ingekomen ter griffie op 7 augustus 2017;
- een rapport van de Raad van 10 augustus 2017, ingekomen ter griffie op 14 augustus 2017;
- een F9 formulier met bijlagen van de vrouw, ingekomen ter griffie op 15 september 2017;
- een F9 formulier met bijlage –een akte onder meer inhoudende aanvulling/wijziging van verzoeken- van de man, ingekomen ter griffie op 21 september 2017;
- een brief met bijlage van de Raad, ingekomen ter griffie op 25 september 2017.
2.De feiten
3.De verzoeken en de verweren
- de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [kind] bij de vrouw te bepalen;
- een zorgregeling met de man vast te stellen van donderdag tot maandag.
- het hoofdverblijf van [kind] bij de man zal zijn, dan wel de procedure en beslissing omtrent het hoofdverblijf voor de duur van 6 maanden aan te houden;
- de zorg- en opvoedingstaken zo worden verdeeld dat [kind] volledig bij de man verblijft en de vrouw [kind] op woensdag- en zondagmiddag kan ophalen van 14.00 uur tot 18.00 uur om wat met haar te gaan doen, althans dat [kind] de ene week bij de man verblijft en de andere week bij de vrouw, waarbij het wisselmoment plaatsvindt op zondagavond om 18.00 uur en het halen/brengen gelijk wordt verdeeld en, zo nodig, de procedure en definitieve beslissing omtrent de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, conform het advies van de Raad, voor de duur van 6 maanden aan te houden;
- in het kader van de zorgregeling de vakanties 50/50 worden verdeeld met ingang van het moment dat een week-op-week-af-regeling van kracht wordt;
- de paspoorten van [kind] ( [nationaliteit] , [nationaliteit] en [nationaliteit] ) in beheer zijn bij de man;
- de vrouw gehouden is steeds haar adres aan de man kenbaar te maken, voor zover zij op dat adres met [kind] verblijft, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per (gedeelte van een) dag dat zij hiermee in gebreke blijft;
- te bepalen dat [kind] op zo kort mogelijke termijn van school zal wisselen en zal worden ingeschreven op de [school] ;
- voor het geval de rechtbank beslist dat de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, meer specifiek de woning, dient te worden verdeeld, te bepalen dat de gehele ontbonden huwelijksgoederengemeenschap (baten en lasten) gelijkelijk dient te worden verdeeld.