Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 12 januari 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het instructievonnis van 3 april 2017;
- de conclusie van repliek met een vermeerdering van eis en producties;
- de conclusie van dupliek met een productie;
- de akte vermeerdering van eis met producties van [eiser] ;
- de antwoordakte van ABN met producties;
- de antwoordakte van [eiser] met een vermindering van eis en producties;
- dagbepaling vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
(leidinggevende van [eiser] ) en [naam 2] . [eiser] heeft opnieuw meegedeeld dat hij niet ziek was en aan het werk wilde, maar niet in zijn eigen functie.
De bank heeft u op 11 mei 2015 een brief verzonden. Daarin is u verzocht om een arbeidsrecht jurist te benaderen om u te laten adviseren over uw situatie. De bank heeft niet van een jurist vernomen, noch van u persoonlijk. De bank herhaalt daarom haar verzoek aan u.Verder heeft ABN [eiser] dan wel de door hem in te schakelen jurist uitgenodigd voor een gesprek op 3 juni 2015.
heeft mij zojuist schriftelijk medegedeeld dat hij akkoord is met de vaststellingsovereenkomst zoals u mij die mailde op 4 juni 2015.Van mijn kant nog de aanvulling of opgenomen kan worden dat de finale kwijting over en weer zal gelden. (..)
29 juni 2015 is de beëindigingsovereenkomst getekend, waarmee de arbeidsovereenkomst per 1 september 2015 is beëindigd.
In de beëindigingsovereenkomst is verder opgenomen:
2.1 Indien en nadat de arbeidsovereenkomst is beëindigd, zal Werkgever zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand na de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst Werknemer een vergoeding verstrekken van EUR 17.561,--, verminderd met de loonheffing.
Het geschil
a. € 3.000,- netto, vermeerderd met de wettelijke rente van 2% en de incassokosten;
b. € 200,- netto per maand vanaf 2 februari 2017 voor de duur van 45 maanden;
c. € 4.154,33 bruto aan vakantie-uren inclusief vakantietoeslag en wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente;
d. € 32.210,02 bruto aan ontslagvergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente;
e. € 7.197,35 aan salaris in verband met vrijstelling van werk;
f. de proceskosten.
Beoordeling
1 september 2014 tot en met 29 juni 2015 onterecht vakantiedagen heeft moeten opnemen, terwijl ABN, onderbouwd met stukken, heeft uitgelegd dat [eiser] slechts over de periode 12 januari tot en met 30 januari 2015 uren heeft opgenomen, waarbij ABN tot de conclusie komt dat [eiser] zelfs meer uren had behoren op te nemen dan hij uiteindelijk heeft gedaan.