In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 31 augustus 2017 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot verkrachting. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond op 6 augustus 2016, waarbij de verdachte, onder invloed van alcohol, de woning van het slachtoffer binnenging en haar bedreigde met geweld. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 17 augustus 2017 gehouden, waar de officier van justitie, mr. A.M. Ruijs, de vordering heeft gedaan en de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. B.R. Koenders.
De tenlastelegging omvatte meerdere gewelddadige handelingen, waaronder het dwingen van het slachtoffer tot seksuele handelingen door middel van bedreiging en geweld. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen, alsook forensisch bewijs, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer consistent waren en ondersteund door bewijs, zoals DNA-sporen die op een sigaret in de woning van het slachtoffer waren aangetroffen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot verkrachting en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, gezien het tijdsverloop en het feit dat de verdachte al geruime tijd op vrije voeten was zonder problemen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam.